Actieonderzoek: Een nieuw verhaal voor de Nationale Politie
De politiefunctie heeft de afgelopen decennia ingrijpende veranderingen doorgemaakt. Opvallend is de rol die de politiek hierin heeft gespeeld. Politieke bemoeienis met de politie is sterk incident-gedreven en hoewel de emoties vaak hoog oplopen is er in het politieke debat nauwelijks sprake van een gedegen uitwisseling van fundamentele ideeën over de maatschappelijke rol en positionering van de politie. In plaats daarvan wordt vaak teruggegrepen op ongenuanceerde en hardnekkige frames. Hierdoor krijgen belangrijke vragen niet de aandacht die zij behoeven. Wat verwachten wij als maatschappij van de politie? Wat zijn de waarden waar de politie voor moet staan? En hoe kunnen we het politiebestel vormgeven op een manier die politiemensen in staat stelt aan deze verwachtingen te voldoen? In dit actieonderzoek gaan wij op zoek naar antwoorden op deze vragen. Hiermee doen wij aanzet tot een nieuw verhaal over de maatschappelijke rol en organisatie van de politie. Drie thema’s mogen niet ontbreken in dit verhaal.
- Een lokaal verankerde en dienstbare politie
- Een inclusieve politie die iedereen gelijkwaardig behandelt
- Een op herstel gerichte politie
Een lokaal verankerde en dienstbare politie
Het eerste thema betreft de organisatie van de basispolitiezorg: het dagelijks optreden van de politie in wijk, stad en regio. Sinds de jaren ‘90 is de zogeheten ‘gebiedsgebonden visie’ officieel leidend voor de manier waarop de basispolitiezorg in Nederland wordt vormgegeven. Deze visie gaat uit van het idee dat de politie lokaal verankerd moet zijn; dat zij zichtbaar in de wijk aanwezig is en nauw samenwerkt met burgers en lokale partners in het sociaal domein, dat lokaal bestuur meebeslist over de lokale inzet van politiecapaciteit, en dat hierover lokaal verantwoording wordt afgelegd. In de praktijk komt er van die lokale verankering echter weinig meer terecht. Al geruime tijd vertoont de politie een terugtrekkende beweging uit buurten en wijken en verloopt de samenwerking met lokale professionals moeizaam. Ook beklagen burgemeesters, met name die van middelgrote en kleinere gemeenten, zich over een gebrek aan capaciteit en sturingsmogelijkheden, waardoor lokale politietaken zoals handhaving bij regionaal toerisme of de aanpak van lokale vormen van ondermijning, niet de aandacht krijgen die zij behoeven. In plaats daarvan vindt sturing van de politie steeds meer plaats op centraal niveau, waarbij de nadruk vooral is komen te liggen op strafrechtelijke handhaving en het verlenen van noodhulp in acute situaties. Om de relatie tussen politie, burgers, en lokaal bestuur te versterken, en om lokale prioriteiten de aandacht te geven die zij behoeven, pleiten wij in deel 1 van dit onderzoek voor een hervorming van de organisatie en politiek-bestuurlijke inbedding van de basispolitiezorg.
Een inclusieve politie die iedereen gelijkwaardig behandelt
Het tweede thema betreft de opstelling van de politie in een plurale samenleving. Het uitgangspunt hierbij dient te zijn dat de politie er is voor iedereen. Concreet betekent dit dat zij burgers gelijkwaardig behandelt en dat zij haar aspiraties om een diverse en inclusieve organisatie te zijn waar maakt. De politie dient hier misschien nog wel meer belang aan te hechten dan andere uitvoeringsorganisaties, omdat zij bevoegd is om dwang en geweld te gebruiken. In de praktijk schiet de Nationale Politie echter op beide aspecten tekort. Onderzoek toont aan dat de politie burgers niet altijd gelijkwaardig behandelt. Vooral de forse uitbreiding van het proactief politiewerk, waarbij de politie burgers selectief controleert zonder dat zij een concrete verdenking heeft van een strafbaar feit, heeft het handelen op basis van vooroordelen en professionele clichés in de hand gewerkt. Daarnaast zijn er tal van voorbeelden van discriminatie en racisme binnen de politieorganisatie zelf; op de werkvloer en op sociale media. Het corrigerend vermogen van de politieorganisatie schiet in deze gevallen nog te vaak tekort. Omdat de politie er voor iedereen moet zijn, gaan wij in deel 2 van dit onderzoek op zoek naar aanbevelingen om dit te kunnen bewerkstelligen.
Een op herstel gerichte politie
Het derde thema betreft de rol van de politie in de afdoening van delicten tegen en conflicten tussen burgers. Als vooruitgeschoven post van de justitiële keten is de politie doorgaans de eerste instantie waar dergelijke delicten en conflicten aan worden voorgelegd. De standaard procedure is om dan een strafrechtelijke proces in gang te zetten: de politiefunctionaris die de melding of aangifte van het incident opneemt hoort de betrokken partijen, stelt een proces verbaal op, en handigt de zaak dan over aan het OM. In veel gevallen is het echter maar zeer de vraag hoe zinvol een strafrechtelijke afdoening daadwerkelijk is. Het opleggen van straf biedt doorgaans weinig uitzicht op verbetering van de sociale dynamiek die ten grondslag ligt aan het betreffende conflict of delict. Herstelrechtelijke vormen van afdoening, waarbij niet strafoplegging, maar het creëren van wederzijds begrip en het nemen van verantwoordelijkheid voor aangedaan leed centraal staan, kunnen dan meer zinvol zijn. Om die reden voorziet het Nederlandse recht in verschillende herstelrechtelijke voorzieningen. Als vooruitgeschoven post van de justitiële keten heeft de politie een belangrijke rol in het bevorderen van het gebruik van deze voorzieningen, maar tot op heden maakt de politie deze rol onvoldoende waar. Het gevolg hiervan is dat er minder gebruik wordt gemaakt van herstelrecht dan zou kunnen. In deel 3 van dit onderzoek zoeken wij uit hoe dit komt, en doen wij een aantal concrete voorstellen om de politiepraktijk meer toe te spitsen op het bevorderen van herstelrecht voorzieningen.
Over dit actieonderzoek
Dit actieonderzoek maakt deel uit van het Toekomstlab, waarin de Wiardi Beckman Stichting samenwerkt met het partijbestuur van de PvdA aan de bouwstenen voor de sociaal-democratische agenda van de toekomst. Het actieonderzoek bestaat uit een uitgebreide literatuurstudie en interviews met politie-onderzoekers, (lokale) bestuurders en politici, mensen uit de politieorganisatie, en andere professionals binnen de (lokale) veiligheidszorg. De beleidsaanbevelingen die voortvloeien uit het actieonderzoek zullen verder worden uitgewerkt met hulp van een commissie bestaande uit wetenschappers, bestuurders en ervaringsdeskundigen, om vervolgens op uitvoerbaarheid te worden getoetst bij professionals werkzaam in de lokale veiligheidszorg. Wij streven ernaar om het eindrapport van dit actieonderzoek in het najaar van 2021 te publiceren.