Het stokpaardje van minister Lodewijk Asscher, de Wet werk en zekerheid, ligt behoorlijk onder vuur. De wet zou averechts werken en moet volgens velen zo snel mogelijk worden teruggedraaid. Hoewel er zeker verbetering mogelijk is, gaat dit bikkelharde oordeel voorbij aan de realiteit. Ten opzichte van de oude wetgeving is de WWZ absoluut een verbetering.
Een van de pijlers van het regeerakkoord is de hervorming van de arbeidsmarkt. Snelle doorstroming van baan naar baan en betere bescherming voor flexwerkers zijn uitdrukkelijk als doelstelling van het kabinetsbeleid gepresenteerd.(1) Met de Wet werk en zekerheid (WWZ) beoogt de regering het ontslagrecht ‘goedkoper, eerlijker, sneller en eenvoudiger’ te maken en de toegang van flexibele arbeidskrachten tot vast werk te vergroten. Flex moet minder flex worden en vast minder vast.