Geef de sociale partners weer een rol bij de uitvoering van het sociaaleconomische beleid, bij de uitvoering van de WW en WIA, en bij het arbeidsmarktbeleid. Alleen dan kan het poldermodel zijn waarde bewijzen.
Het poldermodel mag zich de laatste tijd in een groeiende belangstelling verheugen. Een indicator hiervoor is het aantal artikelen in dagbladen waarin het woord ‘poldermodel’ voorkomt. In 2012 werd in 244 artikelen in Nederlandse dagbladen de term ‘poldermodel’ gebruikt, het hoogste aantal sinds 2004 en honderd meer dan in 2010.1 Uiteraard zegt het aantal keren dat de term in de pers wordt gebruikt nog niets over de waardering ervan: media-aandacht kan zowel positief als negatief zijn.
Zo waren er het afgelopen jaar naast titels als ‘Nederlandse poldermodel nog lang niet dood’ (Reformatorisch Dagblad, 23 juli 2012) en ‘Polder heeft weer gewerkt’ (AD 28 april 2012) ook koppen te lezen als ‘Poldermodel is dolgedraaid’ (Nederlands Dagblad, 5 oktober 2012), ‘Herwaardering poldermodel is slecht voor de arbeidsmarkt’ (NRC Handelsblad, 1 december 2012) en ‘Rol poldermodel lijkt uitgespeeld’(Het Financieele Dagblad, 10 juli 2012).
Hoe dit ook zij, de reikende hand die het kabinet de sociale partners heeft toegestoken door hen uit te nodigen voor overleg over het sociaaleconomische beleid, lijkt een nieuwe fase voor het poldermodel in te luiden. Op het moment van schrijven is nog niet bekend hoe het voorjaarsoverleg is afgelopen. Maar los van de uitkomst kunnen we de vraag stellen of we eigenlijk wel blij moeten zijn met de herleving van het poldermodel. Is Nederland werkelijk beter af als de overheid bij het formuleren van haar beleid rekening houdt met de wensen van de sociale partners?
Gezien de vele kritische geluiden die over het poldermodel te horen zijn, spreekt het allerminst vanzelf dat deze vraag bevestigend moeten worden beantwoord.
Lees de rest van het artikel in de PDF.