Recentelijk bleek dat veel Nederlanders van Turkse afkomst zich ‘nog steeds’ erg betrokken voelen bij Turkije. Dat moet wel betekenen dat zij ‘slecht geïntegreerd’ zijn. Of niet?
Een focus op Turkije of op de Turkse identiteit, zo betoog ik in dit artikel, is een slechte graadmeter als het gaat om ‘integratie’ in de zin van zich Nederlands voelen. Tevens wijs ik erop dat niet etnische identificatie maar het gepolariseerde debat — waarin identificatie als Turks beschouwd wordt als ‘slecht geïntegreerd’ — een averechts effect heeft op identificatie als Nederlands. Met andere woorden: ik laat zien dat etnische identificatie niet noodzakelijkerwijs een gebrek aan integratie weerspiegelt. De veronderstelling dat dit wel zo is, heeft een uitsluitende werking en staat identificatie als Nederlands in de weg.
Dit artikel bevat dus geen evaluatie van de ‘staat van integratie’ of van het integratiebeleid, maar werpt een kritisch licht op de focus op etnische identiteit binnen het debat over integratie.