Veel sociaal-democraten zien decentralisatie als wondermiddel: dichter bij de burger, goedkoper en minder bureaucratie. Soms is het inderdaad de beste optie, maar vaak ook niet. Onderken dat, maak van decentralisatie geen doel op zich en gebruik het alleen als de sociaal-democratie ermee gediend is.

Op 1 januari 2015 traden drie decentralisaties in het sociale domein in werking. Met de Jeugdwet werden de taken en verantwoordelijkheden van gemeenten bij de jeugdzorg stevig uitgebreid, ook financieel. De provincie verdween uit beeld. Verder gaf het kabinet met de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 de herinrichting van de langdurige zorg vorm. Ouderen en patiënten met een matige zorgvraag blijven thuis wonen en ontvangen hun zorg in de directe omgeving. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de ondersteuning, begeleiding en verzorging, terwijl het tegelijkertijd veel lastiger gemaakt is om gebruik van deze zorg te maken. Bovendien werd de extramurale verpleging overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet. En dan is daar de Participatiewet. Naast de bijstand en de sociale werkvoorziening, die al sinds een aantal jaar tot het takenpakket van de gemeenten behoren, moeten gemeenten nu ook de uitkeringsverstrekking en reïntegratie van jonggehandicapten met arbeidsvermogen — die voorheen onder de Wajong vielen — in goede banen leiden. De lokale overheden dienen daarnaast het beschut werk (of een alternatief daarvoor) vorm te geven.

Dit artikel gaat niet over hoe deze drie operaties zijn verlopen en is ook geen tussenbalans. Die analyses verschijnen al op verschillende plaatsen. Mij gaat het om de bestuurlijke kant van het verhaal. Welke vormen van decentralisatie zijn er eigenlijk? Welke lessen kunnen we trekken uit eerdere decentralisaties? Waarom is het middel onder sociaal-democraten zo populair? En vooral, is dat terecht?

Lees de rest van het artikel in de pdf

Auteur(s)

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers

Steun de Wiardi Beckman Stichting

Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.

S&D bestaat sinds 1939 en verschijnt zes keer per jaar. Oude nummer kunt u doorzoeken via het register (1939-2023) of op thema. De redactie bestaat uit: Paul de Beer, Nik de Boer, Meike Bokhorst, Wimar Bolhuis, Josette Daemen, Patricia Dinkela [eindredactie], Janneke Holman [eindredactie], Tim 'S Jongers, Ruud Koole, Marijke Linthorst, Annemarieke Nierop [hoofdredactie], Arjan Reurink en Bram van Welie.

S&D wordt uitgegeven door Van Gennep. Een los nummer kost € 17,50, en jaarabonnementen (vol tarief) € 84,50 (te bestellen via: info@vangennep-boeken.nl).

Een online abonnement kost € 2 per maand. U kunt zelf een account hiervoor aanmaken onder mijn S&D, of stuur een e-mail naar send@wbs.nl.

Oude nummers kunt u downloaden vanaf de website van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen. Voor een overzicht van auteurs per nummer, raadpleegt u het register van S&D (1939-2023)

Inzenden kopij

De redactie van S&D verwelkomt kopij. Artikelen kunnen worden gemaild naar send@wbs.nl. Artikelen aanleveren in Word, bronvermelding in eindnoten (apa). Richtlijn aantal woorden: 2000-2500. Idealiter vormen artikelen in S&D een mix van wetenschap, politiek en essay. De redactie van S&D beslist over plaatsing van binnengekomen kopij. Ze beoordeelt daarbij op basis van de volgende criteria:
- een heldere opbouw en schrijfstijl (geen jargon) en duidelijke vraagstelling
- een goede onderbouwing van standpunten met argumenten, weging van de tegenargumenten en bronvermelding
- vernieuwing van de gedachtevorming binnen de sociaal-democratie
- toegevoegde waarde t.o.v. bestaande inzichten/onderzoeken
- politieke relevantie

Redactie

Redactieadres: Wiardi Beckman Stichting
Emmapark 12, 2595 ET Den Haag
Telefoon [070] 262 97 20
send@wbs.nl

Uitgever: Uitgeverij Van Gennep
Nieuwpoortkade 2a
1055 RX Amsterdam
info@vangennep-boeken.nl

Documenten