Ik schrijf graag over kleine realiteit, een man die op een zomeravond onder een boom naar muziek van Rachmaninoff luistert, of een jonge vrouw die in een stationsrestauratie een afscheidsbrief aan haar ontrouwe minnaar schrijft. Dat zijn mijn onderwerpen.
Maar soms lukt het me niet de grote realiteit uit mijn hoofd te zetten. In de nacht dat de nieuwsdienst schakelde tussen Nice en Ankara was er geen houden aan. ‘In de nacht dacht ik dat de coup van het leger geslaagd was, ik dacht aan de vreemde omstandigheid dat in Turkije sedert Kemal Atatürk het leger de hoeder van de seculiere staat is, terwijl Erdogan zich heeft ontpopt als restaurateur van de islam. Maar in de morgen bleek alles anders, ik was niet goed op de hoogte. Dit werd des te pijnlijker toen ik bij de bakker aan de praat raakte met twee Turkse kennissen, aan wie ik vertelde dat ik gehoopt had dat de seculiere staat door de overwinning van het leger een steun in de rug zou krijgen en hoe ik me vergist had toen ik ’s morgens het nieuws hoorde. Ze lachten vriendelijk, zij hadden geen moment getwijfeld aan de overwinning van Erdogan. Ik wist toch wel dat de helft van de bevolking bij vrije verkiezingen op hem gestemd had, terwijl de andere verdeeld was? En wist ik niet dat de legertop de laatste tien jaar over de hele breedte vervangen was? En was ik niet op de hoogte van de economische vooruitgang onder Erdogan? En had ik nooit gehoord van de invloed van brood en spelen? Brood en spelen waren in orde in Turkije. En toen zeiden mijn Turkse kennissen — nog steeds met een wellevende glimlach — dat het ze tegenviel dat mijn kennis van hun geboorteland zo oppervlakkig was, en dat het ze nog meer tegenviel dat ik als democraat een militaire coup goedkeurde. Ik kon er niets tegenin brengen, en ik begreep dat het een averechts effect zou hebben als ik zou vertellen dat ik vaak vlees koop bij een Turkse slager en dat ik een boek over Mustafa Kemal Atatürk gelezen heb. Ik zou in hun ogen altijd een flinterdunne praatjesmaker blijven.’
Na publicatie ontving ik een reactie van een lezer die me enthousiast maakte met ‘een politieke kiloknaller’.
‘Ik begrijp uw verwarring. Het begrip democratie krijgt in onze tijd een hoerige betekenis. Een begrip dat zich leent voor volksmenners en dictators in spe. Een bevolking die meent dat democratie alleen iets van doen heeft met delen en optellen, achtereenvolgens door twee en plus één, laat zich omvormen tot onderdrukkers van de afwijkelingen. En zeker in landen waar de wil van de Allerhoogste en de aldus gevormde rekenkundige volkswil aan elkaar geklonken worden is het nadenken en het uiten van inzichten die dat oplevert een levensgevaarlijke onderneming.
Daarom bespeurde ik bij mijzelf, net als u, een lichte voorkeur voor het slagen van de coup. Liever kemalist dan erdocraat. Een gok wellicht, maar de democratie van de huidige leider van Turkije leidt vrijwel zeker tot een religieus gekleurde dictatuur, twee kwaden voor één prijs. Een politieke kiloknaller.’