Scene uit de Poverty Peepshow (beeld Bart Grietens)

Scene uit de Poverty Peepshow (beeld Bart Grietens)

De onderstaande tekst is de eindmonoloog uit The Poverty Peepshow van Theatergroep YoungGangsters. De voorstelling gaat over de beeldvorming rondom armoede. De titel refereert aan televisieprogramma’s waarin armoede eenduidig en stereotyperend in beeld wordt gebracht en die inspelen op de voyeuristische behoefte van de kijker. Deze programma’s worden ook wel ‘poverty porn’ genoemd omdat ze niet ingaan op de brede maatschappelijk aspecten van armoede maar zich richten op de individuele problematiek van mensen die in armoede zijn geraakt en hun persoonlijke drama’s en leed breed uitmeten.

In de voorstelling maakte ik gebruik van hetzelfde mechanisme; het uitventen van de aantrekkingskracht van armoede. Armoede is een verborgen problematiek, waar veel schaamte omheen hangt. Het publiek doet mee aan een live huisuitzetting en mag dichter bij de armoede komen dan op televisie, want je kunt de armoede in The Poverty Peepshow ook ruiken, voelen en beleven in een soort pretparkattractie.

Aan het einde laten we de keerzijde zien van het eenzijdige beeld van armoede dat we hebben opgeroepen, en maken we het publiek bewust van zijn eigen aandeel in het spektakel. In de eindmonoloog die hieronder is weergegeven, spreekt het personage Barend van Egmond het publiek persoonlijk toe. De tekst is geschreven en gespeeld door acteur Barry Emond. Het is zijn eigen verhaal.

Annechien de Vocht
Regisseur en artistiek leider YoungGangsters

The Poverty Peepshow - Slotmonoloog

BARRY

‘Het allermooiste zou nu zijn dat Barend de Deurwaarder voorgoed verslaat. In een knallende knock-out, met bloed en ellende. De huisuitzetting werd een ‘crowdfunding’. Al Barend z’n schulden werden afbetaald, hij kon hier blijven wonen. Het slachtoffer van het systeem zou met jullie hulp de fouten in het systeem rechtzetten. Menslievendheid zou zegevieren. Alles kwam goed. Een zaal vol Samaritanen.

Maar zo’n happy end zou een leugen zijn. De schuldenaar wint het nooit van de deurwaarder.

Ik heet niet Barend. Ik ben Barry. Emond, niet Van Egmond. Wat begon als incidentele kleine schulden begin jaren 2000, is in 10 jaar tijd uitgegroeid tot een problematisch schuldenpakket, waarvoor ik in 2011 voor het eerst bij de schuldhulpverlening aanklopte. Het heeft, door mijn toedoen – wegduikbewegingen, moeite met de papierwinkel, een onrealistische hoop dat ik het toch zonder hulp zou redden – uiteindelijk tot najaar 2016 geduurd voordat ik na de derde poging werd toegelaten.

Ik doorliep het ‘minnelijke traject’ en sinds voorjaar 2019 ben ik schuldenvrij. Ik heb ruim 3 jaar lang van 50 euro per week moeten leven. Ik rook. Ik heb een kat. Ik hou van gefrituurd voedsel en van de afhaalchinees. Ik had geen gokschulden. Geen geldproblemen door drank, drugs en seks. Ik heb nog nooit iets op afbetaling gekocht. Ik heb de toneelschool hier in Amsterdam gedaan en eigenlijk altijd wel werk gehad voornamelijk als acteur. Mijn probleem is: ik snap gewoon de waarde niet van geld. Ik heb er nooit mee leren omgaan.

Ik zou nu kunnen vertellen over hoeveel moeite ik heb met het invullen van een formulier, en met het vragen van hulp daarbij. En hoe dat over een periode van 15 jaar was uitgegroeid tot een onredelijke angst voor post, die als een olievlek elk deel van mijn leven heeft beïnvloed en veranderd.

Maar dan moet ik ook vertellen dat ik een Playstation heb gekocht van geld dat voor mijn huur was bestemd. Dat ik een keer op vakantie ben gegaan terwijl ik een huurachterstand had. Dat ik daarover gelogen heb. Tegen werkgevers. Vrienden. Geliefden. Ik schaamde me zo voor mijn onvermogen dat ik het voor iedereen probeerde te verbergen. Misschien ook wel voor mezelf. Hoe ver ik met dat struisvogelgedrag in de problemen ben geraakt, weten maar een paar mensen uit mijn omgeving. Deze voorstelling is mijn officiële coming-out.

Bij elke sigaret die ik opstak toen ik nog in de schulden zat, heb ik de veroordelende blik gevoeld van de buitenwereld. En ik veroordeelde mezelf al genoeg. Als ik hasj kocht in plaats van een gezonde maaltijd. Ik zou me daarvoor bij jullie kunnen verontschuldigen. Uitleggen dat de kalmerende roes van de hasj me meer bracht dan wat voedzame groente. Dat mijn kat, die me 50 euro per maand kost, me nog een beetje eigenwaarde gaf omdat ik tenminste in staat was om voor iets te zorgen. En dat ik door de Playstation even weg kon vluchten uit de zorgen. Spider-Man was voor mij écht een ‘live saver’. Tegelijkertijd wíl ik me niet meer verontschuldigen of verantwoorden. Elke uitgave verantwoorden heb ik drie jaar lang gedaan. 

Ik ben opgeslokt door een draaikolk van incassobureaus, deurwaarders en gerechtsdeurwaarders, doordat ik zelf nalatig ben geweest en vervolgens niet adequaat handelde. Ik ben onzelfstandig geweest, onverantwoordelijk. Ik ben schuldig. En zo voelde ik me ook. Er blijft niet veel van jezelf over als je je bankpasje moet inleveren en je niet meer bij je geld kunt. Mag. Ik voelde me een crimineel en de schuldhulp een straf die ik uit moest zitten.

Er zijn fantastische voorzieningen in onze samenleving voor mensen met weinig geld. Met de stadspas krijg je kortingen. Elke maand zijn er aanbiedingen: 1 keer naar een Cineville-bioscoop voor 1 euro bijvoorbeeld. Bij de voedselbank kan je etenswaren krijgen, en andere noodzakelijke basisdingen. Maar hoe aardiger de mensen daar waren, hoe kutter ik me voelde. Ik was niet eens in de positie om iemand 5 kilo uien te geven. Ik moest dat aannemen. En glimlachen van dankbaarheid. De voedselbank en de stadspas, net als brieven van een deurwaarder, dat zijn ook brandmerken. Je laat je pasje zien om aan te tonen dat je arm bent. Dat je een loser bent. En dat is iets om je rot voor te schamen. Want de winnaars in deze wereld hebben hun leven wél op orde.

Ik kan jullie vertellen over hoe bang ik ben geworden voor de deurbel. Of een schoolbel. Of alles wat maar lijkt op een bel.

Ik kan dat allemaal vertellen, maar dat is een persoonlijk verhaal. En mijn persoonlijke verhaal is niet belangrijk. Wat wel belangrijk is, is dat het voor het systeem niet uitmaakt wat mijn verhaal is, of dat van wie dan ook. Het maakt het systeem niet uit wat voor mensen er achter schulden zitten. Het persoonlijke verhaal achter een aanmaning, of een boete op een aanmaning, of een incassobrief, wordt terzijde geschoven. Een schuld moet betaald worden. Koste wat het kost.

Mijn verhaal is niet zielig. Dit is simpelweg hoe het mij is vergaan. Ik heb het privilege van vrienden die mij willen helpen, en eindelijk de tegenwoordigheid van geest om die hulp te vragen. Ik heb werk, in een vak dat ik met liefde uitvoer. Maar niet iedereen is fysiek of emotioneel of intellectueel in staat om te doen wat het systeem van je vraagt. Of om zich te verweren als het zich tegen je keert.

Op 2 juli, toen wij aan het repeteren waren voor deze voorstelling, kreeg ik van Webcasso een brief met het aanbod van een betalingsregeling. Voor een schuld die ik al twee jaar geleden heb ingelost. Het was een geautomatiseerde brief. Een vergissing van het systeem. En het systeem is niet geïnteresseerd in de angst die zo’n brief wakker roept. In de slaap die ik de week erna niet heb gehad. Omdat ik aan mezelf ging twijfelen: dat ik het weer niet goed had geregeld. En dat ik voor altijd achtervolgd wordt door de periode die ik achter me heb gelaten.

Het was een geautomatiseerde brief. Maar iemand heeft op een knop gedrukt om die brief te versturen. En als ik niet zou kunnen bewijzen dat het een vergissing was, zou die persoon zo maar mijn nieuwe schuldeiser kunnen worden. En nu zijn we er wat mij betreft. Er wordt geld verdiend aan schulden. Voor het versturen van zo’n brief wordt zo 70 euro gerekend. Een bedrag dat hoger is dan mijn weekbudget jarenlang was. Er is een economisch belang om het systeem in stand te houden. Schulden hebben kost geld. Het is niet het doel van het systeem om mensen zonder geld te onderdrukken, maar dat is wel het resultaat. Ja, rekeningen moeten worden betaald. Wij schuldenaren weten dat al een tijdje. Maar de manier waarop er met ons wordt omgegaan, vergroot onze angst en verlaagt onze eigenwaarde. En de vraag is ook of we met z’n allen in zo’n wereld willen leven. Of iemand moet me nu overtuigend kunnen uitleggen dat het hier niet om een vorm van uitbuiting gaat. Ik sta daar voor open.’

(Trekt een biertje open). ‘Proost.’

The Poverty Peepshow gaat opnieuw op tournee in seizoen 2022-2023. Kijk voor meer informatie op www.younggangsters.com.

 

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers

Steun de Wiardi Beckman Stichting

Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.