Hermen Hoek en Marc van Osch zijn werkzaam als docent Nederlands op de OSG Hugo de Groot in Rotterdam. Met Vrijmipo bezorgen zij poëzie op bijzondere en onvermoede plekken.
Een van de mooiste filmtitels van de Duitse cineast Wim Wenders is ‘In weiter Ferne, so nah’. In Dordrecht beitelden ze in een kademuur de prachtige dichtregel van Jan Eijkelboom: ‘Wat blijft komt nooit terug’. En over de weg schreef de dichter Eva Gerlach: ‘Het was niet zo dat wij de weg kwijt waren / eerder was de weg ons kwijt, we hadden hem al / lang verlaten.’
Die omkering – waar sommige dichters heel goed in zijn – maakt verdwalen en verdwijnen in het vervolg eigenlijk onmogelijk. De Finse dichter (en muzikant en theoloog) Risto Oikarinen (1978) doet iets soortgelijks: hij laat ons met een nieuwe blik naar een zeer onpoëtisch onderwerp als eigendomsverhoudingen kijken. Gaandeweg gaat het niet meer om juridisch of economisch eigendom, het vraagstuk over bezit verwordt tot poëzie. Jammer dat Adam Smith en alle Wims, Gerrits, Wopkes en Sigrids dit bijzondere economiecollege niet hebben gelezen.
Een herfstsonate over eigendomsverhoudingen. De berk is van
de tuin, de tuin van de berkenbladeren, de bladeren zijn
van de bladblazer, de blazer is van de tuinman, de tuinman
van de stad, de stad van de staat, de staat is van niemand,
niemand van iemand, iemand van zijn lichaam, het lichaam
is van de beweging, de beweging van de golven, de golven
zijn van de zonnestorm, de storm is van het waterglas van de
novice, het waterglas van de pillen, de pillen zijn van de arme
ziel, de arme ziel is van de therapie, de therapeut van zijn
hond, de hond van het dierenrijk, het rijk schijnt te verarmen,
de armoede is van de gierigaard, de gierigheid van de hel,
de hel van het christelijk geloof, het geloof van de oma op de
benedenverdieping, de oma van de aarde, de aarde is van de
wortels, de wortels zijn van de berk in de tuin.
Risto Oikarinen
Uit: Herfst (2022)
Vertaling: Adriaan van der Hoeven