Alleen, ging in verwondering een herfstbloem,
zat op de tak van een boom zwijgend
een bedrupte vogel,
een waardige gast, ver uit het Oosten.
En ’s nachts, precies achter mijn raam,
gleed een grote eland in slaap,
als een groot verdriet, een boodschapper
van dat er nu gewoon iets voorbij is,
en dat er nu gewoon iets begint.
Sirkka Turkka
Uit: De hond zingt in zijn slaap, De Bezige Bij, Amsterdam 2005
Vertaling: Adriaan van der Hoeven
‘Fins, dat is geen taal, het is een manier om op het puntje van de bank te zitten met de haren over de oren’, merkte de Finse dichter Paavo Haavikko ooit op.
Taalonderzoekers die het Zweeds dat in Finland gesproken werd vergeleken met het in Zweden gesproken Zweeds ontdekten dat onder invloed van het Fins het Finland-Zweeds steeds meer is gaan afwijken. In Finland is men kariger met woorden. De Finnen gebruiken minder woordjes die het taalverkeer versoepelen, ze zijn minder direct, wat formeler, minder complimenteus en pessimistischer. De Finnen zijn, als je op hun taalgebruik mag afgaan, eerder geneigd een negatief antwoord op een vraag te verwachten dan de Zweden.
Finland is een tweetalig land en van oudsher was het Zweeds de taal van de heersende klasse en de culturele elite. Het Fins werd gesproken door de boerenbevolking die wel degelijk een eigen literaire cultuur bezat: de grootste verzameling orale poëzie ter wereld ligt waarschijnlijk in de archieven van het Genootschap voor Finse literatuur in Helsinki.
Uit Finland komt prachtige poëzie. De gedichten van Sirkka Turkka (1939-2021) bijvoorbeeld, wier naam al poëzie is, beschrijven de menselijke emoties die, dat zal ons niet verbazen, verbonden zijn met de dood, vervreemding en eenzaamheid. Turkka gebruikt veelvuldig beelden uit de natuur in haar gedichten, en het is er vaak donker, duister en grijs, avond en nacht. Hoewel ze door de vele lagen niet altijd eenvoudig te verklaren zijn, zijn Turkka’s gedichten allesbehalve zwaar en hebben ze een heldere en oprechte toon.
Nog een laatste anekdote over de Finnen. Een Finse dichter legde tijdens het festival Poetry International eens uit hoe je erachter komt of een Fin zich bij jou op zijn gemak voelt. Als hij je net kent, staart hij naar zijn voeten. Als hij je tien jaar kent en hij vindt je aardig, staart hij naar jouw voeten
Hermen Hoek en Marc van Osch zijn werkzaam als docent Nederlands op de OSG Hugo de Groot in Rotterdam. Met Vrijmipo bezorgen zij poëzie op bijzondere en onvermoede plekken.