Joyce Hamilton, Annelies Pilon en Jan Marinus Wiersma - De Hongaarse premier Victor Orbán kwam de afgelopen jaren nogal eens in opspraak vanwege zijn weinig democratische maatregelen. Telkens was er veel verontwaardiging, maar bleek de EU niet bij machte veel te veranderen. Ook andere lidstaten, waaronder Nederland, laten zich bij tijd en wijle weinig gelegen aan de spelregels van de Europese rechtsstaat: hoe kan dit beter?
De afgelopen jaren zien we dat meerdere EU-landen de regels van de rechtsstaat niet naleven en dat de andere lidstaten binnen de Europese Unie niet weten of en hoe ze hun collega’s hierop kunnen aanspreken. Dat zagen we bij het uitzetten van de Roma door de regering-Sarkozy in Frankrijk, de zogenaamde enkele-feitconstructie in Nederland en de (grond)wetswijzigingen in Hongarije. In het verleden had de EU bij dergelijke schendingen de keus tussen politieke druk uitoefenen, de omweg van interne marktwetgeving te gebruiken of het land in kwestie te isoleren door het stemrecht te ontnemen op basis van Artikel 7 van het Verdrag. Met een dergelijke harde aanpak van een lidstaat — het geval Oostenrijk en de FPÖ van Haider — heeft de EU echter slechte ervaringen. Het toepassen van Artikel 7 is daarom een ‘nucleaire optie’.
Lees de rest van het artikel in de pdf