Mijn zoon laat me de kaart zien, een ontploffing aan wandelingen. ‘Maak jij deze maar’, zegt hij, ‘deze is wel te doen’. We staan op een camping in Stavelot (Ardennen), waar hij deze zomer kampeert. Ik ben een etmaal zijn gast, hij wil dat ik wandel. Ik heb de hond bij me, het is een Weimaraner, hij is 12 jaar oud. Meestal zijn het kleine mannetjes met hoeden die zo’n hond hebben (Plasterk), of VPRO-managers met een Saab in cabriolet- uitvoering, maar soms zie je ze ook in het gezelschap van gewone mensen. Wat ik eigen- aardig vind, is de gewoonte om de hond met zeven te vermenigvuldigen. Hij is 12 jaar geleden geboren, maar zijn ‘eigenlijke’ (d.i. menselijke) leeftijd is 7x12 = 84 jaar. Ik ben dus op stap met een oude hond van 84 jaar. Daar merk ik niets van, want hij loopt veel makkelijker de berg op dan ik, terwijl ik 14 jaar jonger ben. Het pad zigzagt langs een steile wand omhoog, de hond loopt vooruit en kijkt regelmatig om of ik wel kan volgen. Op de plaats waar ik bijna doodga van uitputting heeft de toeristische dienst van België een bankje geplaatst. Ik ga erop zitten en dank God dat ik in een beschaafd, rationeel land aan het wandelen ben. Als we over de berg heen zijn, lopen we door de buitenwij- ken van Stavelot. Het is erg vroeg, er is niemand op straat. Ik bekijk een goed onderhou- den legervoertuig uit de Tweede Wereldoorlog dat achter keurige linten in een mooi perkje staat. Men mag er niet op klimmen, maar dat doe ik toch, omdat er niemand op straat is. Ik bekijk ook de rijen namen van mannen die in de strijd tegen de Duitsers zijn doodgeschoten. Daarna loop ik Stavelot weer uit op weg naar de camping. Bij een stuw kom ik een man met een zeer grote hond tegen. Hij wil alles over de mijne weten. Als ik hem vertel dat het een Duitse hond is, veert hij op. Hij is namelijk pro-Duits. Hij komt oorspronkelijk uit Malmédy, enkele kilometers verderop. Daar werden de soldaten van Hitler met gejuich en hakenkruisvlaggen begroet. Daar zijn foto›s van, zegt de man, het is een oude wond. In Stavelot houden ze niet van mensen uit Malmédy. Ik vraag waarom hij dan niet verhuist. Hij zegt dat in Stavelot de huizen goedkoper zijn. Ik knik begrij- pend. Als ik verder loop, roept hij me na dat ik een mooie hond heb. Ik zwaai naar hem.
Dossiers
Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers
Steun de Wiardi Beckman Stichting
Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.