A.L. Snijders - Als plattelander neem ik in de stad de tram om getuige te kunnen zijn. Een direct doel heb ik niet, ik wil tussen de mensen gepropt staan met open ogen en luisterend oor. Ik ben getuige van een gesprek tussen een liberaal meisje en een jongen wiens vader een christelijke politicus is. Ze zegt dat ze ‘Een kamer voor jezelf’ heeft gekocht. Hij kent het niet. Virginia Woolf, zegt ze. Hij kijkt onverschillig naar buiten. Ik zou woedend moeten worden, maar ik beheers me, ik zie zijn botheid, zijn vanzelfsprekende macht, en z’n onderdanigheid. Vooral over dat laatste ben ik tevreden, ik herken zijn verborgen onderdanigheid. Ze zitten allebei in de vijfde van het gymnasium, maar hoewel niet ijverig is zij beter dat hij, op een natuurlijke manier betrokken, het komt haar aanwaaien, zoals haar ouders zeggen. Ze zegt dat ze hem thuis het boek van Virginia Woolf zal laten zien, en tegelijk een boek over Francis Picabia, een schilder die alle stijlen van het modernisme beoefende. Als hij bij een grote brand aanwezig was (in Parijs) liep hij meteen met een flinke fooi naar een verslaggever en vroeg hem in de krant te vermelden dat Picabia zich in het publiek bevond. Hierbij lachte ze en merkte op dat je dat van iemand kon verwachten die alle schilderstijlen van dat moment beheerste. Thuis lag het boek over Picabia te wachten, hij keek erin en er leek iets van belangstelling te ontstaan. Daarom dacht ze dat ze Marcel Duchamp, vriend van Picabia ook nog wel even in het licht kon zetten. Ze las voor uit een interview (1966). De vraag is ‘Hebt u belangstelling voor politiek?’ Het antwoord van Duchamp: ‘Nee, helemaal niet. Laten we daarover niet praten. Ik weet er niets van af. Ik begrijp niets van politiek en ik stel vast dat het werkelijk een idiote bezigheid is die nergens toe leidt. Of ze nu uitmondt in communisme, een monarchie, een democratische republiek, dat is voor mij allemaal eender. U zult me zeggen dat de mensen, om in een maatschappij te kunnen leven, aan politiek moeten doen, maar dat rechtvaardigt geenszins de voorstelling van de politiek als een grote kunst op zich. En toch is dat wat de politici zich voorstellen. Ze menen buitengewone dingen te presteren! Ze zijn enigszins te vergelijken met de notarissen, zoals mijn vader er een was. Hun stijl is zoals die van de notarissen. Ik herinner me de akten van mijn vader. De taal die daarin werd gebruikt, was om je rot te lachen. De taal van de advocaten in de Verenigde Staten is dezelfde. Mij krijg je niet voor de politiek.’

Auteur(s)

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers

Steun de Wiardi Beckman Stichting

Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.