Er zijn minstens twee overeenkomsten tussen Jeroen Dijsselbloem en Max van der Stoel. Ze hadden"/"hebben geen moeite met hun in sociaaldemocratische ogen ‘rechtse’ profiel en waren"/"zijn bekend in Griekenland. Alleen was Van der Stoel in dat land tamelijk populair.
De Griekse econoom Yannis Varoufakis schreef onlangs een boek over het halve jaar dat hij minister van Financiën van Griekenland was. Het is een fascinerend betoog. Ja, het is wat dik en ja, Varoufakis is best blij met zichzelf. Dat verwijt van ijdelheid viel ook regelmatig terug te lezen in de media in de tijd dat Varoufakis meedraaide in de Europese politiek. Blijkbaar, zo constateert hij zelf ook, waren zijn public relations niet op orde. Maar ingebed in een zeer leesbare analyse van Brus selse machinaties is diens getut over leren jasjes of ritjes op de motor een mooi extraatje, geen straf. Werkelijk iedere politicus mocht willen dat hij zo’n boek kon of durfde schrijven.
Belangrijker echter is zij-n poging een ‘ander’ verhaal over Europa te vertellen. De partij van Varoufakis was begin 2015 in Athene aan de macht gekomen met de belofte dat men een einde zou maken aan de vernederende bezuinigingen die de Grieken opgelegd hadden gekregen van het IMF en de EU. In het verlengde van de Amerikaanse bankencrisis in 2008 waren ettelijke Franse, Duitse maar ook Neder landse banken in problemen geraakt mede omdat ze veel geld aan Griekenland hadden geleend. Om de Grieken dat terug te laten betalen kregen ze weer andere leningen van Europa.
Maar gaten met gaten vullen, dat kan niet goed gaan. De banken werden gered, maar de Griekse economie raakte steeds verder in het slop. Wanneer Varoufakis aantreedt wil hij de Griekse schuldenlast herstructureren. Zorg nou dat eerst onze economie groeit, dan betalen we daarna terug, is zijn verhaal. Van een kale kip kun je niet plukken.
Wat zich daarna in de zeer gedetailleerde lezing van Varoufakis ontspint is ontluisterend. Zo’n beetje iedereen – van IMF baas Christine Lagarde tot de Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble – geeft de energieke econoom op enig moment informeel gelijk. (Varoufakis doet er verslag van aan de hand van zelf gemaakte opnames van gesprekken – niet heel koosjer maar wel effectief.) Zodra het op besluitvorming aankomt, houdt men hem echter voor dat hij zich moet houden aan de afspraken die met de vorige Griekse regering gemaakt zijn. Want, zo is de teneur in Brussel, als we luisteren naar de Griekse verkiezingen, dan gaan de Spanjaarden, Portugezen en uiteindelijk ook de Fransen morrelen aan hun begrotingen en dan is het einde euro.
Wie echter bij de koffieautomaat nooit zoete broodjes met Yannis bakte, was eurogroep voorzitter Jeroen Dijsselbloem. Je zou zeggen dat diens eerlijkheid een compliment waard is, maar Varoufakis zet Dijsselbloem neer als een meedraaiend tandwieltje in een technocratie waarin partijpolitieke komaf of alternatieve economische analyses zonder betekenis zijn, omdat er maar één manier is om de euro overeind te houden – Duitse begrotingsdiscipline. Leuk als je een flinke export hebt, minder leuk als je jeugdwerkeloosheid tientallen procenten is. Dan is het, volgens Varoufakis, wachten tot de populisten aan de macht komen. Daar valt over te twisten. Dus Jeroen, nou jij!