Hermen Hoek en Marc van Osch zijn werkzaam als docent Nederlands op de OSG Hugo de Groot in Rotterdam. Met Vrijmipo bezorgen zij poëzie op bijzondere en onvermoede plekken.

Over poëzie bestaat nog altijd de misvatting dat het een luxeproduct zou zijn. Een gedicht schrijven, dat kun je altijd nog proberen als je écht niks beters te doen hebt. In de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog werd echter het tegendeel bewezen: in het heetst van de strijd, tijdens een van de donkerste periodes van de geschiedenis, bleken opmerkelijk veel soldaten gedichten te hebben geschreven.

Ook de Tweede Wereldoorlog leverde veel mooie teksten op, al werden ze geboren uit de bittere drang om te schrijven, van je af te schrijven: Primo Levi en Etty Hillesum zijn hier goede voorbeelden van. In Nederland kreeg, mede door de wonden die in die vijf jaar werden geslagen, dichtersgroep de Vijftigers voet aan de grond.

Bij Paul Rodenko, een van de leden van deze stroming, is in het gedicht Bommen goed te merken hoe de herinneringen aan de oorlog doorwerkten. We kunnen ons van alles voorstellen bij de beelden die de dichter schetst – het is dan ook vooral een sfeer die hij probeert op te roepen. De stemming is verstild, zelfs in het moment dat drie (of vier, whatever) bommen naar beneden komen. Huizen hijsen de rode vlag. Is de oorlog voorbij? Tijd voor een feest? Welnee, de boel vliegt in de fik.

Het is vreemd om op zo’n manier over een gruwelijke gebeurtenis als een bombardement te lezen – zeker met Marioepol op ons netvlies. Die beelden gaan vaak gepaard met lawaai: explosies, huilende kinderen, sirenes. In Bommen lijkt het wel of iemand zo’n film traag afspeelt en het geluid uitgedraaid heeft. Soms zie je dan pas goed hoe gruwelijk alles is.

Bommen

De stad is stil.
De straten
hebben zich verbreed.
Kangeroes kijken door de venstergaten.
Een vrouw passeert.
De echo raapt gehaast
haar stappen op.

De stad is stil.
Een kat rolt stijf van het kozijn.
Het licht is als een blok verplaatst.
Geruisloos vallen drie vier bommen op het plein
en drie vier huizen hijsen traag
hun rode vlag.                                       

Paul Rodenko (1920 - 1976)
Uit: Orensnijder, tulpensnijder (1975), oorspronkelijk gepubliceerd in Gedichten (1951).

 

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers

Steun de Wiardi Beckman Stichting

Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.