Door: Hugo Schiffers

Marc Obrie
Marc Obrie: (58 jaar) Dow Chemicals, voorzitter ondernemingsraad en procesoperator polyethyleenfabriek

'Ik werk 38 jaar bij Dow Chemicals. Ik begon als werknemer bij de polyethyleen-fabriek (de meest gebruikte kunststof ter wereld, red.) maar ben sinds 2011 voorzitter van de ondernemingsraad, en dat is eigenlijk fulltime. Mijn zoon werkt ook op de fabriek, net zoals mijn vader dat vroeger deed. Dow Terneuzen is toentertijd groot geworden met bakkers, vrachtwagenchauffeurs en boerenknechten.

We maken de grondstoffen voor vrijwel alle consumentenproducten van elektronica en auto’s tot de plastic coating aan de binnenkant van melkpakken. Werken bij Dow heb ik altijd leuk gevonden. Naast dat de arbeidsvoorwaarden goed zijn is het er ook niet heel hiërarchisch: Je kunt makkelijk bij leidinggevenden binnenlopen. Daarnaast krijgen werknemers kansen, zo is mijn zoon door opleidingen te volgen doorgegroeid binnen het bedrijf.

De energietransitie noem ik zelf altijd de industrietransitie, want binnen de industrie moet het gebeuren. Ik heb geen enkele twijfel dat onze werknemers de nodige omslag kunnen maken, verandering en verbetering van processen is onderdeel van het werk in een fabriek. Daarbij: er is geen enkele fabrieksmedewerker die in de toerisme wil werken, iedereen wil gewoon hun baan in de techniek behouden. Investeringen in groene productie zorgen voor toekomstige werkzekerheid en worden daarom breed gedragen.

De enige zorg die ik heb is of omslag financieel binnen het bedrijf kan worden gemaakt. Er moeten enorme bedragen worden geïnvesteerd. Bijvoorbeeld om onze productieprocessen op elektriciteit te laten lopen. Dan is er nog de infrastructuur, het elektriciteitsnetwerk moet die aankunnen. Met deze dingen moet de overheid denk ik helpen. Wel zijn we al bezig met ‘waste reduction’. Vergeleken met vroeger is het ook beter: Bij mijn opa en oma op het dorp lag er nog overal stof van de oude cokesfabriek, de buitenhangende was werd er vies van. Dat zou nu niet meer geaccepteerd worden.

Drie jaar geleden hebben we als ondernemingsraad vanuit de werknemers ons uitgesproken tegen een nationale CO2-taks. We zijn niet tegen heffingen, die zetten de industrie aan om duurzamer te worden. Maar als het niet op globaal of in ieder geval Europees niveau wordt bepaald, kunnen we niet meer concurreren met meer vervuilende landen. Juist terwijl Terneuzen binnen Dow internationaal is aangewezen als belangrijkste  plek om groene investeringen te doen.'

Dit artikel verscheen in De Helling, het tijdschrift van het wetenschappelijk bureau van GroenLinks.