De gedichten van Miroslav Holub tonen ons dat poëzie en wetenschap veel met elkaar gemeen hebben, omdat ze beide - in de woorden van Holub - geen leugens verdragen. De Tsjechische dichter en immunoloog wordt gezien als een van de grote Oost-Europese dichters. Leven en werken onder een totalitair bewind lieten hun sporen in Holubs oeuvre na: zijn poëzie werd tussen 1970 en 1980 in zijn vaderland niet gepubliceerd. Hij bleef werken als immunoloog en publiceerde zijn gedichten ondergronds. Hoewel hij zichzelf niet beschouwde als dissident, zijn in Holubs poëzie de speldenprikken jegens het communistische systeem niet mis te verstaan.

Holubs wetenschappelijke blik levert namelijk trefzekere observaties op: in zijn beknopte beschouwingen uit het begin van de jaren tachtig laat Holub zien hoe ideologiëen met absurde logica hun bestaansrecht verdedigen door elke individuele en kritische stem uit te bannen. In het gedicht ‘Beknopte beschouwing over kaarten’ schrijft Holub over een groep soldaten die tijdens noodweer hopeloos verdwaalt in de Alpen. Wachtend op het onvermijdelijke einde vindt een van de soldaten een kaart in zijn rugzak. Met behulp van die kaart lukt het ze om dagen later terug te keren in het basiskamp. Een officier bestudeert de kaart, die een kaart van de Pyreneeën blijkt te zijn.

Op de vraag tot welk genre zijn beknopte beschouwingen behoren, gaf de dichter overigens een antwoord dat aan exactheid niets te wensen overlaat: beknopte beschouwingen, zo verklaarde Holub, ‘zijn geen poëzie en geen proza; het zijn beschouwingen’.

Beknopte beschouwing over exactheid

Vissen
trekken altijd exact daar heen en exact dan,
zo hebben ook
vogels een ingebouwd exact tijds- en
plaatsbesef.

Maar mensen,
beroofd van hun instinct, behelpen zich
met wetenschappelijk onderzoek. Ziehier de kern
van dit verhaal.

Een zekere soldaat
moest een kanon afvuren elke avond klokslag zes.
Dat deed hij zoals 't een soldaat betaamt. Toen zijn
exactheid werd getest, meldde hij:

Ik richt me
naar de volstrekt exacte chronometer in de etalage
van de klokkenmaker in de stad. Elke dag om zeventien
vijfenveertig zet ik mijn horloge ermee gelijk en
klim de heuvel op waar het kanon klaarstaat.
Om zeventien negenenvijftig exact bereik ik het kanon
en om achttien uur exact vuur ik af.

Gebleken is
dat deze wijze van afvuren volstrekt exact is.
Alleen de chronometer moest nog worden onderzocht.
Dus vroeg men de klokkenmaker in de stad naar de exactheid
van dat uurwerk.

O, zei de klokkenmaker,
dit uurwerk is het allerexactst. Stelt u voor,
al jaren wordt hier exact om zes uur een kanon afgevuurd.
En elke dag kijk ik naar de chronometer
en die wijst altijd exact op zes.

Zoveel over exactheid.
En vissen trekken door het water en uit de hemel klinkt
geruis van vleugels, terwijl 

Chronometers tikken en kanonnen bulderen.

Miroslav Holub (1923 – 1998)
Vertaling: Jana Beranová
uit: De geboorte van Sisyphus (1998), De Bezige Bij

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers

Steun de Wiardi Beckman Stichting

Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.