Toen ik een jaar of tien geleden begon sociologische onderzoeksbevindingen voor het Haagse voetlicht te brengen, vielen de schellen me van de ogen. Politici en ambtenaren, ook van PvdA-huize, maakten zich in het geheel geen zorgen om ongelijkheid in het Nederlandse onderwijs. Die was namelijk nauwelijks aanwezig — iedereen kreeg alle kansen, het was enkel een kwestie van kansen pakken.
Men vertelde mij vaak zelfs het tegenovergestelde. Er was misschien wel te veel gelijkheid, want de vmbo’ers deden (en doen) het internationaal gezien bijzonder goed, en de vwo’ers iets minder dan gewenst. Nederlandse leerprestaties in het PISA-onderzoek kenmerkten zich daarom door een lage spreiding.