Camiel Hamans en Jan Marinus Wiersma schrijven voor de WBS een maandelijks blog over de Europese Unie en buitenlandse politiek. De auteurs duiden actuele politieke ontwikkeling aan de hand van de historische context en gaan tevens op zoek naar de raakvlakken met de sociaal-democratie. Zij putten daarbij uit hun politieke ervaring in onder andere Midden- en Oost-Europa en bij de Europese Unie.
Door: Jan Marinus Wiersma en Camiel Hamans
Zijn research fellow bij de WBS, Jan Marinus Wiersma is Senior Associate Fellow bij Clingendael; Camiel Hamans is oud-directeur van de Anne Vondeling Stichting.
Niemand verwachtte enkele maanden geleden dat de Duitse verkiezingen van 26 september tot grote veranderingen zouden leiden. Maar nu spant het erom of de conservatieve CDU/CSU combinatie de grootste wordt dan wel de sociaal-democratische SPD. De populariteit van de lijsttrekkers lijkt de doorslag te geven. De sociaal-democraten staan er beter voor dan in 2017 en staan bovenaan in de peilingen. Ook de Groenen staan op winst. De CDU lijsttrekker waarschuwt al voor het zwarte scenario van een linkse regering. Dat de strijd om de eerste plek echter tussen twee partijen gaat die sinds jaar en dag een coalitie vormen, zegt iets over de stabiliteit van het Duitse politieke landschap. Dat de meest ´saaie´ lijsttrekker, SPD-er Olaf Scholz, lijkt te gaan winnen, evenzeer. Hij vergelijkt zich graag met de vertrekkende bondskanselier Angela Merkel.
Europees belang
Merkels afscheid heeft minstens zoveel aandacht gekregen als de verkiezingen zelf – ze heeft het 17 jaar volgehouden. Ze wordt alom geprezen om haar bijdrage aan het Europese project. Ze zou het Europese belang boven het Duitse geplaatst hebben. Daarbij moet overigens de kanttekening geplaatst worden dat die belangen vaak in elkaars verlengde lagen. Dat zal voor haar opvolger niet anders zijn. Het laat onverlet dat Merkel op een paar belangrijke momenten de toon zette in de Europese Unie. Zij hielp de EU uit het moeras trekken na het debacle met het grondwettelijk verdrag in 2005 dat strandde op de referenda in Nederland en Frankrijk. Dat via het Verdrag van Lissabon veel van de oorspronkelijke verdragstekst – een aanzienlijke verdieping van de Europese samenwerking – behouden bleef, was mede haar verdienste. Zij was een voorbeeld toen zij met haar, inmiddels gevleugelde, woorden ‘Wir schaffen dass’ de Duitse grenzen opende voor honderdduizenden Syrische oorlogsvluchtelingen. Helaas stond dit royale gebaar in schril contrast tot de zuinigheid van veel andere EU-landen. Een derde moment beleefden we in 2020 toen Duitsland koos voor solidariteit door – tegen zijn principes in – akkoord te gaan met een herstelfonds dat voor een groot deel uit subsidies zal bestaan, betaald met leningen die de EU voor haar rekening neemt en waarbij voor alle lidstaten dezelfde voorwaarden gelden. Voor de partij van Merkel is het herstelfonds overigens eenmalig en zullen de eurolanden in de nabije toekomst weer aan strenge begrotingseisen moeten voldoen. Je krijgt de indruk dat vooral de SPD, met minister van Financiën Scholz, achter de recente ommekeer zit. Europa is niet echt een thema in de huidige verkiezingscampagne. De SPD maakt overigens veel radicalere keuzes dan het CDU met pleidooien voor een Europese Sociale Unie, Europese belastingen, een Europees minimumloon of Europese schuldpapieren.
Numeriek voordeel
Zonder de Duitse steun was het herstelfonds er niet gekomen en zou de Euro wellicht in de gevarenzone zijn geraakt. Dat risico wilde Berlijn niet nemen. De gekozen oplossing diende het Duitse belang. Duitsers zijn – net als hun EU collega’s – zeer op hun hoede als nationale (economische) belangen in het geding zijn – en dat geldt ook voor Merkel. Ze zijn zich daarbij bewust van hun numerieke voordeel als grootste EU-land. Wij waren er zelf getuige van tijdens onze jaren in het Europees Parlement. Onze Duitse collega’s claimden steevast de belangrijkste posten. Ze hadden een dominante rol binnen hun Europese parlementaire fracties. CDU of SPD maakte wat dat betreft geen verschil. Bovendien werkten de beide partijen nauw samen om de Duitse industrie uit de wind te houden bij Europese regelgeving met mogelijk negatieve consequenties zoals REACH, de registratie van chemische stoffen, of de uitstoot normen van auto’s.
Automobielindustrie
Ook Merkel deed er alles aan om de autosector te beschermen. Haar ambivalente houding ten opzichte van China lijkt mede ingegeven door het feit dat 20% van de Chinese auto’s van Duitse oorsprong is. Eind 2020 probeerde ze de EU een verdrag met China aan te praten dat investeringen over en weer zou vergemakkelijken. Dat Duitsland terughoudend is geweest in zijn kritiek op de Hongaarse autocraat Viktor Orban had te maken met interne problemen met Merkel’s partijfamilie, waar Orbans partij lid van was, maar – zo luiden boze tongen – ook met druk van Volkswagen dat een grote fabriek in Hongarije heeft. De Duitse regering maakte geen overtuigende indruk toen het als voorzitter van de EU in 2020 met een uitgekleed voorstel op de proppen kwam om EU subsidies te koppelen aan respect voor de rechtsstaat. Een koppeling mocht alleen gelegd worden wanneer er sprake was van corruptie met Europees geld en alle relevante besluiten om de betreffende procedure in werking te stellen zouden met unanimiteit genomen moeten worden. Het getuigde van weinig Europees waardenbesef. Gelukkig dachten de Europese Commissie en het Europees Parlement er anders over en kwam er uiteindelijk een hardere aanpak uit de bus.
Nordstream 2
Kortgeleden meldde Gazprom dat Nordstream 2 – een pijpleiding door de Baltische zee van Rusland naar Duitsland - voor gebruik gereed is. Daar is heel wat aan voorafgegaan. Tegen de zin van een aantal EU-landen, de VS en EU-nabuur Oekraïne heeft Merkel de aanleg doorgedrukt. De pijpleiding is bewust buiten Oekraïne en Polen om gelegd, want Rusland heeft geen al te beste relatie met beide landen. Momenteel wordt veel Russisch gas gedistribueerd via Oekraïne. Het is een belangrijke inkomstenbron voor het land. De contracten lopen in 2024 af en in Kiev vreest men dat ze niet verlengd worden nu staatsbedrijf Gazprom een alternatief heeft. Dat gaat het land miljarden kosten. Merkel heeft weliswaar beloofd Moskou onder druk te zetten om de contracten te verlengen, maar wie gelooft dat Poetin daarvoor gevoelig zal zijn, kent zijn opvattingen over Oekraïne niet. Er valt veel meer te zeggen over de Nordstream-deal – heeft gas nog wel de toekomst of hoe zit het met de strategische autonomie van de EU? – maar de opstelling van Berlijn roept de vraag op of we het in plaats van het Europese Duitsland het niet beter kunnen hebben over het Duitse Europa.
Rechtsstaat
De werkelijkheid van de Duitse belangenbehartiging was regelmatig in schril contrast met het vaak retorische nationale debat over een federaal Europa waar Duitse politici – met uitzondering van de rechts-populistische AfD – zich lange tijd graag voor uitspraken ook al is het enthousiasme tegenwoordig wat minder. Tegelijk moeten we erkennen dat deze bijna-consensus iets geruststellends heeft. Zeker wanneer we kijken naar andere lidstaten waar rechtse en linkse populisten niet nalaten de EU als het grote kwaad af te schilderen. Het tijdperk Merkel heeft eens te meer zichtbaar gemaakt dat Duitsland een ‘gewone’ lidstaat is geworden. Het heeft zichzelf bewezen als stabiele democratische rechtsstaat die zichzelf niet voortdurend hoeft te relativeren. Dat neemt niet weg dat wij vurig hopen dat de uitslag een linkse regering mogelijk maakt die het neoliberale bolwerk Brussel wil slechten.