Ik ben gemakzuchtig en laks. Als ik een nieuwe naam zie in vertrouwd gezelschap, ga ik er niet op af, mijn nieuwsgierigheid is slecht ontwikkeld. Soms lees ik Hollands Maandblad, ik begin meteen met de namen die ik ken. Als ze op zijn, leg ik het Maandblad terzijde. In de weken erna ben ik op m’n hoede en neem ik kleine hapjes. Groots en meeslepend leven is niet aan mij besteed. In het recente nummer lees ik het verhaal van Florus Wijsenbeek het laatst, zijn naam is voor mij het onbekendst. ‘Het leven voor de dood’ is kort en goed geschreven, het heeft als uitgangspunt het initiatief-wetsontwerp ‘Voltooid Leven’ van Pia Dijkstra. Hij weet er veel van, ik zoek op wie hij is. Hij is in 1944 geboren en was van 1984 tot 1999 lid van het Europees Parlement voor de VVD. Hij heeft kennis van zaken en is ook nog persoonlijk. Hij eindigt zijn verhaal zo: ‘Wat mijn eigen levenseind betreft, heb ik voldoende formulieren getekend om met een gerust hart een zo kort mogelijk mensonwaardige toekomst tegemoet te zien. En dan heb ik als jager de nog altijd geruststellende gedachte dat ik mijn eigen ‘middel’ heb. Soms mijmer ik daarover, zoals toen een vriend van mij met zijn zonen aan het jagen was en hij door een schot hagel uit het geweer van een van zijn spruiten werd getroffen, doch geenszins ernstig genoeg om niet meer in staat te zijn het nageslacht geducht de les te lezen. Terwijl zij eerste hulp toepasten, was hun reactie: ‘Dan moet je maar niet met je erfgenamen het veld in gaan.’
Sneven in de vrije natuur, daar zou ik voor tekenen, want wat is een mooier levenseind dan van het tijdelijke jachtveld direct naar het eeuwige jachtveld over te stappen?’
Ik ben geen jager, zoals ik ook geen zeiler, tennisser, hockeyer of bridger ben, maar ik had wel een vriend met een geweer. Ik ben zelfs getuige geweest van een moordaanslag. Zijn vrouw was vreemdgegaan en hij had haar betrapt. Hij had zijn jachtgeweer gepakt en was achter de clandestiene minnaar aangerend. Het was na middernacht, het was stil op de Apollolaan. De boosdoener was een getrainde hardloper die zich niet liet inhalen. Voor het redden van de eer zat er niets anders op dan een schot te lossen. Hij miste, er waren geen getuigen, er was niet eens een doofpot nodig. Met euthanasie heeft het niets te maken, maar ik moest er gewoon aan denken toen het geweer van Florus Wijsenbeek ten tonele verscheen. Het brein kiest zijn eigen onderwerpen.