Dat een referendum onder bepaalde omstandigheden goed kan zijn in een moderne democratie zullen weinigen nog betwisten. Het breekt impasses open en ventileert opgekropte emoties. Maar nu in Hongarije de regering het referendum misbruikt om haar kiezers tegen Europese besluiten over vluchtelingen op te zetten, en nu de Bosnische Serviërs het referendum als strijdbijl gaan hanteren tegen hun Bosnische landgenoten, de Kroaten en de Bosniakken, zodat daar binnenkort weer oorlog gaat uitbreken, moet het voor ieder duidelijk zijn dat ‘het referendum’ níet zonder meer ‘de oplossing’ is van ‘het probleem van de representatieve democratie’. Dus kan het verse PVV-pamflet van Baudet en Cliteur onder de titel Echte Democratie. Het probleem van de representatieve democratie & het referendum als oplossing alleen al op grond van zijn titel worden afgeserveerd.
Maar dat zou kansen laten liggen, zoals de kans om te overdenken waarom volksverlokkers zo van dat referendum houden. En: waartoe de trend van ‘Neverendums’ gaat leiden als we er geen paal en perk aan stellen. De aardigste vraag, ten derde: wat is de aard van het gezag van het referendum? Daar is iets vreemds mee.
Op de vierkante centimeter gaat dit stukje zich niet druk maken om alle soorten referenda: correctief of regelend, bindend of niet, grondwettelijk of niet, en alle procedures.
De eerste vraag luidde: wat maakt het referendum zo aantrekkelijk voor bepaalde types en tegelijk zo gevaarlijk? Het Bosnische geval is instructief. Op 25 september hield de regering van de Servische Republiek, een van de twee deelrepublieken van Bosnië en Herzegovina, een referendum over de vraag of 9 januari een feestdag moet worden. Op die dag werd in 1992 de Servische Republiek uitgeroepen, wat het begin was van de oorlog daar.
Dit was een nieuwe oorlogsverklaring aan de buurrepublieken. De regering kreeg bijna 100% steun voor dit plan en natuurlijk gaat die geest niet meer in zijn fles terug. Wat is de aantrekkelijkheid van een referendum? Dat is die van de directe inschakeling van het gevoel, dus het volksgevoel, en zijn dienaren: de zenuwen en de zintuigen, met uitschakeling van de remmende krachten van overweging en afweging. De roes van de dronkenschap, zeg maar. Die is vaak nuttig, mits met mate genoten, maar niet voor grote besluiten. De eerste roes kan ook de aarzeling voor het volgende glas wegnemen. Daar moet je voor oppassen.