Door: Meike Bokhorst
Redactielid S&D, projectleider armoede bij De Nationale ombudsman, senior onderzoeker Universiteit Utrecht en senior wetenschappelijk medewerker bij de WRR
In een voortuin van een corporatiewoning vlakbij station Den Haag Centraal ligt het vuil al jarenlang vuistdiep. Glas, blikjes, plastic, sigarettenpeuken, wietzakjes, aanstekers. De erfenis van hangjongeren die voor de deur gratis konden parkeren en zich achter de hoge struiken ongezien waanden. De gemeente heeft betaald parkeren ingevoerd en de struiken op een meter hoogte afgezaagd. De jongeren zijn vertrokken, maar de troep is gebleven. De jonge bewoner heeft de voordeur al jaren niet meer in gebruik en de gordijnen de hele dag dicht. Ze leeft met de rug naar de straat.
Het wijkcentrum grijpt het NK tegelwippen en de actie NLdoet aan om de verwaarloosde voortuin met PvdA-vrijwilligers eens goed aan te pakken. Den Haag staat op de 57e plek met ruim elf gewipte tegels per duizend inwoners. Utrecht en Rotterdam doen het met 17 en 18 tegels aanzienlijk beter. Om nog maar te zwijgen van Amsterdam die met bijna 50 tegels net niet in de top-twintig staat. Vol idealisme gaan we de strijd aan met de andere gemeenten. Hoewel Den Haag in 2017 nog uitgeroepen werd tot de groenste stad van Nederland is het stationsgebied een stenenwoestijn. De hoge torens van het zakencentrum omringen de corporatiewoningen. En dan moeten er nog 20.000 woningen bijkomen op het nabijgelegen bedrijventerrein.
Wij van de partij van de tuinarbeid komen aanzetten met planten, potgrond en roodgroene bedoelingen, maar de bewoner zou het liefst de tuin vol tegels zien. Wij maken ons zorgen over de hitte in de stad, de klimaatverandering en de vraag of we het einde van de eeuw wel halen. Maar de mensen met weinig inkomen in deze wijk maken zich zorgen of ze het einde van de maand wel halen. De bewoner van de verwaarloosde voortuin heeft zelf zo weinig energie dat ze verwacht na even meegeholpen te hebben drie dagen op de bank te moeten liggen. Ondertussen komen de buren, omwonenden en de wijkagent een praatje maken en vertellen ze hoe fijn ze het vinden dat de voortuin nu eindelijk wordt aangepakt. Ook elders in de straat komen mensen naar buiten om hun tuinen op te knappen.
Het wijkcentrum helpt de bewoners om de leefbaarheid te vergroten door het tuinafval af te voeren en onderhoudsarme planten beschikbaar te stellen. Ze signaleren waar mensen problemen hebben en hulp nodig hebben. De coronatijd maakt het lastiger om mensen te bereiken, terwijl de problemen groeien. Alle publieke activiteiten zijn opgeschort en ook de buurtcafés vielen weg als ontmoetingsplekken. Mensen trekken zich nog verder terug achter de voordeur.
Aan het eind van de ochtend is de tuin opgeknapt en aangeharkt. De grote struiken zijn eruit, onderhoudsarme planten staan erin. Tot grote verrassing van de bewoner hebben we onder het vuil een groot tegelterras opgegraven. De positie van Den Haag op het NK is hiermee dus nog verder gezakt. Maar de mensen van het wijkcentrum zijn erg tevreden. En het mooiste is dat ze voor het eerst een glimlach hebben gezien op het gezicht van de bewoner.