Onlangs baarde Jeroen Dijsselbloem opzien toen bekend werd dat hij al jaren aanhanger is van ‘En Marche’, de beweging van Emmanuel Macron. Ook de VVD en D66 dingen opzichtig naar de hand van Macron in het Europees Parlement. Wat maakt En Marche toch zo aantrekkelijk? Hoe doet de beweging het als partij, na anderhalf jaar regeren? Maakt zij haar beloftes waar? En hoe eenduidig zijn die beloftes eigenlijk, afgezien van de boodschap van vernieuwing?
In het najaar van 2016 schreef ik mij in op de nieuwsbrief van En Marche, de beweging die de toenmalig Franse minister van Economische Zaken Macron was gestart. Omdat zijn beweging geen lidmaatschap vroeg, stond de teller al gauw op 11.000 sympathisanten. Tijdens de campagne voor de presidentsverkiezingen besloot ik uit nieuwsgierigheid een bijeenkomst bij te wonen van Macron. Dankzij de nieuwsbrief zag ik dat hij op 4 maart in Normandië sprak.
Vrijwilligers van de kring-Caen haalden mij met de auto op van het station. Zonder enige check of gesprek werd ik als vrijwilliger ingedeeld bij de beveiliging. Ik mocht de toegangskaarten controleren, waarbij deelnemers ook hun identiteitsbewijs moesten laten zien. Opvallend in de voorbereiding was dat ik op elke stoel naast de Franse vlag de Europese vlag moest leggen. Emmanuel Macron sprak vurig gedurende drie kwartier. Ik vond het verrassend dat ik zo snel het vertrouwen kreeg van de organisatie van de bijeenkomst, als politiek geïnteresseerde Nederlander die verder niet bekend was. Het tekent de stormachtige beginfase van En Marche.
Voorgeschiedenis
In 2014 was Macron (partijloos) minister van Economische Zaken geworden onder Manuel Valls (Parti Socialiste). Daarvoor had hij een periode als adviseur gewerkt in het presidentiële paleis voor François Hollande. Hij hield zich als minister zijdeling bezig met de hervorming van de arbeidstijdenwetgeving, waar met name zijn collega, minister van Arbeid Khomri, veel tijd in stak.
Opvallend was de betrokkenheid van Macron bij de problematiek van jeugdwerkloosheid in de banlieues, die tientallen procenten hoger ligt dan in het Parijs binnen de rondweg. Macron constateerde dat veel jongeren ondanks hun diploma moeilijk aan een baan kunnen komen omdat ze niet beschikken over de juiste netwerken en contacten, wat vaak een belangrijke mogelijkheid is om aan een stage of werk te komen.
In februari 2016 organiseerde Macron met hulp van een HRM-bureau gespecialiseerd in diversiteit een speeddate tussen duizend jongeren uit de buitensteden met vijfhonderd bedrijven. Hij riep op tot ontmoetingen en sprak de wens uit dat elk bedrijf de congreszaal zou verlaten met twee werkervaringsplekken voor deze jongeren. Die strijdbaarheid bleef niet onopgemerkt: ‘Emmanuel Macron en de rapper Booba voeren dezelfde strijd. Ze doen beiden zaken, maar de minister doet dat zonder petje. […] Macron: à moi la banlieue!’ schreef Le Parisien over de bijeenkomst.
Start van En Marche
Twee jaar later nam Macron afscheid als minister om zijn eigen beweging op te richten met als doel ‘het land in beweging te zetten’. Hij koos ervoor als onafhankelijk kandidaat mee te doen en zag af van de harde strijd die nodig geweest zou zijn om als kandidaat van de Parti Socialiste mee te dingen naar het presidentschap. François Hollande was weliswaar verzwakt door slechte prestaties — onder andere het terugdringen van de werkloosheid wilde maar niet lukken — maar Macron zag meer kansen op het presidentschap als outsider. De geschiedenis heeft hem gelijk gegeven. Macron koos de juridische hoofdstad van het departement ten noorden van Parijs, Seine-Saint Denis Bobigny, communistisch bolwerk, als plek om zijn kandidatuur voor het presidentschap te lanceren.
De kern van Macrons betoog tijdens de campagne was dat hij het land wilde hervormen, liberaler maken, maar dat hij tegelijkertijd Fransen met minder kansen beter wilde beschermen. Libérer et protéger. Een sterke economie gecombineerd met een stevig sociaal programma. Zijn programma was dus zowel ‘rechts’ als ‘links’. En van beide politieke vleugels wist hij ook veel stemmen te trekken: de Republikeinen waren verzwakt nadat begin 2017 via de krant uitlekte dat presidentskandidaat Fillon zijn vrouw als parlementair medewerker had laten betalen in de tijd dat hij deel uitmaakte van het nationale Assemblée. En ook de Parti Socialiste deed het slecht. De socialistische kandidaat Benoît Hamon trok onvoldoende stemmen met een links programma — met onder andere plannen voor een basisinkomen — en kwam niet boven 10 % uit in de eerste ronde. Een historisch dieptepunt.
Divers samengestelde regering
Om ook de parlementsverkiezingen in juni 2017 te winnen, die een maand na de presidentsverkiezingen volgden, koos Macron voor een rechtse premier, Eduard Philippe, de toenmalige burgemeester van kustplaats Le Havre en aanhanger van de gematigd conservatieve Juppé. Zo probeerde Macron conservatief rechts de wind uit de zeilen te nemen. Van de Parti Socialiste had hij weinig meer te duchten nadat deze ernstig verzwakt uit de presidentsverkiezingen was gekomen. Macrons opzet slaagde en met meer dan driehonderd zetels veroverde zijn partij — omgedoopt tot La République En Marche (LREM) — het parlement.
Diverse voormalige parlementsleden van de Parti Socialiste kozen de zijde van de nieuwe president. En omdat de middenpartij Modem ook de regering steunt, beschikt Macron over een comfortabele meerderheid. In zijn regering koos hij voor enkele politici van Parti Socialiste-huize, zoals de voormalig burgemeester van Lyon Gerard Collomb voor binnenlandse zaken en het parlementslid van Bretagne Richard Ferrand voor ruimtelijke ordening en wonen. Daarnaast trad de milieuactivist Hulot, die het predicaat eerste vicepremier kreeg, toe tot de ploeg van Macron om ervoor te zorgen dat ook Frankrijk straks kan voldoen aan de klimaatdoelstellingen van Parijs.
Richard Ferrand moest overigens binnen korte tijd alweer aftreden, omdat hij niet over een maagdelijk juridisch dossier beschikte, een van de eisen van Macron. Wie verwikkeld raakt in een zaak met justitie moet aftreden. Hetzelfde lot trof zijn coalitiegenoot Bayrou, waarmee hij voor de verkiezingen een strategische alliantie was aangegaan. Bayrou was de voormalig presidentskandidaat voor de Mouvement Democrate, in 2007 nog goed voor 19 % van de stemmen in de eerste ronde.
Een mengelmoes van links en rechts beleid
Wie kijkt naar het beleid van de regering-Macron, ziet dus veel rechtse maar ook linkse punten, om in die termen te spreken. Zo bezuinigde hij flink op de decentrale overheden, verlaagde hij de huursubsidie met € 5 per maand en bevroor hij de groei van gesubsidieerde arbeid bij verenigingen, waardoor er geen nieuwe contracten meer bijkwamen. In juli 2018 werd bekend dat van de 300.000 gesubsidieerde banen er nu nog 60.000 over zijn, terwijl de regering had voorzien in een teruggang naar 200.000 in 2018.
Meer linkse punten zijn de terugkeer van de politie in de wijken (‘police de proximité’) en het terugdringen van het aantal leerlingen op lagere scholen in achterstandswijken naar 12 per klas — een verkiezingsbelofte die hij in het eerste jaar van zijn regering al waar wilde maken, wat een hele opgave was, omdat er naast extra leraren ook extra lokalen nodig zijn.
Verder voert de regering een tabaksontmoedigingsbeleid door de accijnzen op tabak fors te verhogen naar € 10 per pakje. En de nicotinepleisters op kosten van de verzekering. Voor zzp’ers en andere groepen die minder goed beschermd zijn op de arbeidsmarkt wordt de sociale zekerheid uitgebreid. Macron wil ook de inzet van onderwijs en leergelden voor volwassenen flexibeler maken met een opleidingsbudget per persoon, waarbij de vakbonden minder zeggenschap krijgen en de individuele werknemer meer.
Een grote slag vormt de hervorming van de spoorwegen. De regering wil de SNCF klaarstomen voor de markt en voor aanbestedingen, in reactie op Europese regelgeving. Dat kan alleen als er efficiënter wordt gewerkt. Nu gaan er jaarlijks miljoenen euro’s naar de SNCF om de tekorten te dekken. De ingrepen leiden ertoe dat nieuw personeel minder rechten krijgt en later met pensioen gaat en de mogelijkheden gratis te reizen voor familieleden van machinisten worden ingeperkt.
In september kwam Macron met voorstellen voor een activerend armoedebeleid om generationele armoede te doorbereken. Extra plekken bij de kinderopvang, gratis ontbijt voor kinderen uit achterstandswijken, geld voor de begeleiding van jongeren zonder werk of school en een basisinkomen in ruil voor vrijwilligerswerk maken hier onderdeel van uit. Hiervoor trekt de regering € 8 mrd uit verspreid over vier jaar.
Om aan de Europese begrotingsregels te kunnen voldoen en de tegenvallers op te vangen die hij had geërfd van de regering-Valls onder Hollande, moest Macron vanaf het begin flink bezuinigen. De bezuinigingen troffen vooral gemeenten en huurders. De burgemeester van Grigny, de armste stad
van Frankrijk, waar maar liefst 60 % van de inwoners op of onder het bestaansminimum leeft en waar het merendeel van de woningen bestaat uit sociale woningbouw, kwam in opstand. Hij verenigde ook andere gemeenten en schreef een manifest om duidelijk te maken dat de maatregelen die de regering in het eerste halfjaar doorvoerde, onevenredig hard uitpakken voor zijn burgers. Voor mensen met bovengemiddeld veel problemen, zo stelde de burgemeester van Grigny, is juist extra geld nodig voor wonen, onderwijs en het bestrijden analfabetisme en werkloosheid.
Macron pakte de handschoen op en organiseerde een aantal bijeenkomsten om zich in de problemen te verdiepen. Hij benoemde oud-minister van stedelijke ontwikkeling Borloo als rapporteur. Die ging gedreven aan de slag en sprak met vele vertegenwoordigers van gemeenten, instanties en bewonersgroepen. Zijn vuistdikke rapport leidde tot de conclusie dat de komende jaren maar liefst € 48 mrd extra nodig is. En tot de aanbeveling dat er niet te hooi en te gras gekozen kan worden uit verschillende maatregelen, maar dat een integrale aanpak nodig is. Dit, aldus Borloo, mag niet het zoveelste rapport zijn — de ruim vijf miljoen inwoners van de banlieues zijn al te vaak teleurgesteld door de overheid.
Ook twee rapporteurs van het parlement, van Macrons eigen LREM, maakten in een analyse over de regio Seine-Saint-Denis duidelijk dat de vele werkbezoeken van delegaties en ministers aan de voorsteden in schril contrast staan met de daadwerkelijke investeringen die gedaan zijn. Voor werkloosheidsbestrijding, onderwijs, politie en justitie is in deze gebieden de afgelopen jaren minder geld beschikbaar gekomen, hoewel de problematiek juist bovengemiddeld groot is.
Macrons reactie op het rapport was teleurstellend. Hij liet veel vertegenwoordigers van gemeenten en instanties opdraven voor een grote speech, maar gaf aan niet in een bepaald plan te geloven en zeker niet als dat het plan was van twee blanke mannen (Macron en Borloo). Hij stelde wel een aantal acties voor en beloofde dat er geld beschikbaar komt voor herstructurering. Er werd een adviesraad van bewoners opgericht, maar Macron betrekt gemeenten, naar mijn oordeel, te weinig bij de extra inzet die nodig is. Hij beloofde wel om met een plan van aanpak te komen voor het bestrijden van drugsoverlast en met extra geld om taalachterstanden in te halen.
Een nieuwe beweging
De hamvraag is natuurlijk of de partij van Macron, La République En Marche, de hoge verwachtingen kan waarmaken en zich duurzaam kan nestelen in het partijlandschap van Frankrijk. Is de partij meer dan een stemmenmachine voor de president en de parlementsverkiezingen? In En marche la politique moderne? geeft Diane Delaurens een analyse van de partij twee jaar nadat de beweging is opgericht (het boek verscheen afgelopen april). De dynamiek van En Marche — ook wel aangeduid als E.M. — is letterlijk terug te vinden in de naam. Maar E.M. zijn natuurlijk ook de initialen van founding father Emmanuel Macron. Twee jaar later is zijn beweging al flink geïnstitutionaliseerd. De toevoeging ‘La République’ aan de partijnaam, is al aardig in lijn met die van de andere partijen en refereert aan de staat, de natie.
Ook Delaurens wijst erop dat de drempel laag is om sympathisant te worden van de beweging. Een paar keer doorklikken vanuit de website en je bent abonnee van de nieuwsbrief van En Marche. Voor bijeenkomsten werden alle sympathisanten uitgenodigd, en op die manier konden in het begin voldoende mensen op de been gebracht worden om grote zalen te vullen. Van de 200.000 sympathisanten zijn er circa 30.000 die ook een financiële bijdrage leveren.
Ruud Koole schrijft in Macron’s beweging: meer dan strovuur? over de opkomst van En Marche: ‘De opbouw van de beweging is minutieus voorbereid: in mei 2016 een mars om de Fransen te ontmoeten, in juli een manifestatie met 4000 man in Parijs en in oktober de presentatie van een uitvoerige diagnose van de stemming in het land: het inschakelen van 200 experts bij de voorbereiding van het programma van Macron; culminerend in de grootste bijeenkomst tot dusver 16.000 man in Lyon in februari 2017.’ Deze werd nog overtroffen op 17 april door 20.000 mensen in Bercy, Parijs.
Delaurens wijst erop hoe de totstandkoming van het programma van de LREM afwijkt van de manier waarop dat gebeurt bij de traditionele partijen. Waar andere partijen vanuit een ideologie, partijprogramma’s en tradities werken, stond bij En Marche het proces centraal. Doelstellingen en resultaten waren van tevoren niet bekend. De beweging organiseerde ‘de grote mars’ in de zomer van 2016 om de opvattingen van Fransen te verzamelen en uit te werken voor een diagnose voor het land. Dat is een nieuwe methode van politiek bedrijven die burgers in staat stelt hun politieke principes zelf uit te dokteren.
Overigens zie je wel degelijk ook bij andere partijen een toenemende betrokkenheid van burgers bij de totstandkoming van het programma voor de presidentsverkiezingen. Zelfs de kandidaat van traditioneel rechts organiseerde uitgebreide werkgroepen met mensen uit het maatschappelijk middenveld om tot een programma te komen. En Benoît Hamon, die de voorverkiezingen van de Parti Socialiste won, organiseerde een volksraadpleging, waarvoor burgers uit het hele land zich konden opgeven. De animo om mee te denken bleek boven verwachting: 6.400 Fransen wilden een bijdrage leveren. Voor de raadpleging werd hieruit een selectie gemaakt van burgers die een goede afspiegeling van de Franse bevolking vormden, qua leeftijd, sekse, regionale spreiding en beroep.
In april 2017 woonde ik de afsluitende sessie van deze volksraadpleging bij. Een kerngroep van 41 Fransen was ingeloot in de burgerraad met als opdracht om met concrete programmapunten te komen die samengesteld waren na diverse weekenden. Kandidaat Hamon lichtte toe waarom hij bepaalde punten had opgenomen en andere niet. Via een website was het proces goed te volgen.
Zoals gezegd: de programmapunten van Hamon sloegen uiteindelijk niet aan en de kandidaat van de Parti Socialiste sneuvelde roemloos in de eerste verkiezingsronde, met minder dan 10 % van de stemmen. Ver beneden het percentage van Macron (24 %). Conservatief rechts bleef steken op 20 %, een dieptepunt voor de partij van toenmalig president Sarkozy. De aversie tegen de bestaande partijen, de frisheid van de kandidaat Macron (ondanks zijn deelname aan regering-Hollande en werkzaamheden voor de president) maakten hem een aantrekkelijker kandidaat voor links én rechts. Extreem links zocht zijn heil bij Melenchon, die charismatischer overkwam dan Hamon en met bijna 20 % van de stemmen niet ver van een tweede plek verwijderd bleef. En een toenemend aantal Fransen stemde Marine Le Pen (21 %), die in de peilingen lange tijd zelfs aan kop was gegaan.
Partijvorming
Tijdens de meeting van Macron in Caen waarover ik aan het begin van dit artikel verhaalde, vroeg ik de mensen die ik moest controleren wat zij bij de laatste verkiezingen gestemd hadden. Uit die snelle steekproef kwam een divers beeld naar voren. Er waren kiezers van rechts en van links, nieuwe kiezers, en een deel van de mensen was ook gewoon nieuwsgierig om ‘het fenomeen’ Macron te horen spreken. Een parallel dringt zich op met Jesse Klaver met zijn townmeetings, waarbij veel niet-leden komen, waaronder veel jongeren, maar waarvan het de vraag is of ze lid worden en of de partij ze op duurzame wijze aan zich weet te binden.
De grote mars heeft Macron een aantal uitgangspunten opgeleverd, zoals zijn liberale koers, maar met een sociaal vangnet, en zijn pro-Europese geluid. Macron heeft zich in een positie gemanoeuvreerd in het midden van het politieke spectrum. Maar kunnen we LREM wel een centrumpartij noemen? Pierre Brechon gaat hier in zijn analyse Qui sont les electeurs de Macron op in: ‘Het electoraat kiest eerder vanuit ideologische oriëntaties dan vanuit sociaaleconomisch oogpunt. Het is helemaal niet noch rechts noch links maar én centrum én rechts én links.’ Er is, aldus de politicoloog, geen sprake van een verschuiving van grote groepen kiezers naar het midden. Veeleer is er sprake van groepen — linkse en rechtse — kiezers die zich aangesproken voelen door de persoon en beweging van Macron en door bepaalde standpunten.
Deze analyse duidt op een risico voor Macron. Als de kiezers blijven vasthouden aan een rechts of links kamp, dan kunnen ze bij een volgende verkiezing, bijvoorbeeld voor de gemeenteraad of Europa, terugvallen op de oude partijen. Immers, die zijn zich aan het herbronnen en als zij in staat zijn een aantrekkelijke lijsttrekker te vinden en de methodes die Macron hanteerde overnemen, dan kunnen wellicht ook zij weer stemmen trekken. Dat scenario is zeker niet onwaarschijnlijk als de regering-Macron onpopulaire maatregelen neemt en als een duidelijk verhaal daarbij ontbreekt. Dat de steun voor Macron kwetsbaar en vluchtig is, blijkt uit een opiniepeiling eind september 2018, waarin minder dan 30 % van de ondervraagden zegt achter de president te staan. Daarin speelt ook de houding van de president een rol. Macron zegt eerlijk te willen zijn in zijn communicatie, maar komt soms arrogant over. En hij lijkt zich te isoleren in zijn presidentiële paleis, waar hij weinig tegenspraak duldt. Dat noopte hem eind september een groot interview te geven in Le Monde, om te vertellen dat hij wil luisteren en wel degelijk openstaat voor kritiek.
Rechts en links te vriend houden
De echte uitdaging voor LREM is de nieuwigheid te behouden en de interne organisatie goed op poten te zetten. De beweging heeft 4.500 lokale comités die op het ticket En Marche bijeenkomsten organiseren zonder dat zij een gemeenschappelijk verleden hebben. Het lijkt er bovendien op dat de regering van Macron per dossier de ene keer meer linkse en de andere keer rechtse maatregelen neemt. Daarin schuilt het risico dat een samenhangende visie en coherent regeringsbeleid ontbreken en dat de Fransen daardoor van de partij vervreemd raken.
Twee jaar na haar oprichting piept en kraakt het in de partij. Hoe coherent zijn de 322 deputés die de LREM vertegenwoordigen? De rekrutering in het voorjaar van 2017 verliep niet via partijlijsten en afdelingsvergaderingen. Een gelijke man/vrouw-verhouding was een belangrijk criterium en opvallend vaak werd gekozen voor aansprekende kandidaten die hun sporen maatschappelijk verdiend hadden.
Die manier van selecteren houdt ook risico’s in. De volksvertegenwoordigers hebben natuurlijk een vertegenwoordigende functie, en die komt wellicht meer tot zijn recht als er meer mensen op deze positie komen die maatschappelijk hun sporen verdiend hebben. Maar veel LREM-parlementariërs hebben geen politieke ervaring om op terug te vallen, behalve degenen die bij bijvoorbeeld Mouvement Democrate of de Parti Socialiste of andere politieke partij vandaan komen. Wel heeft Macron geïnvesteerd in scholingsdagen om zijn ploeg goed voor te bereiden op het parlementaire werk. Voor de toekomst en wellicht al voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2020 is het interessant dat de partij ook een jongerenbeweging heeft — Jeunes Avec Macron, JAM — waar politieke vaardigheden geleerd kunnen worden en van waaruit op termijn gerekruteerd kan worden.
Politiek onervaren ministers
Ook de ministersploeg van Macron toont het risico van bewindspersonen die onvoldoende politieke handigheid en ervaring hebben om met parlement en media om te gaan. Zo kondigde Macrons minister van duurzaamheid, Hulot, onlangs zeer onverwacht op de radio zijn vertrek aan uit de regering. Op de milieuactivist Hulot was in het verleden al vaker een beroep gedaan om minister te worden, vanuit diverse regeringen. Hij had de boot steeds afgehouden, maar was uiteindelijk toch gezwicht voor de missie van Macron, die van duurzaamheid echt een punt wilde maken, met de sluiting van de kerncentrales en een forse reductie van de CO2-uitstoot. In toenemende mate raakte Hulot echter gefrustreerd tijdens zijn ministerschap. Het smaldeel van de groenen is bijzonder klein in het Franse parlement, net als de vleugels ‘Ecolo’ binnen LREM. Hulot moest opboksen tegen de ministers van de vakdepartementen. Hij zag dat hij alleen stond, al behaalde hij wel succesjes, zoals het terugbrengen van de maximumsnelheid op enkelbaans wegen buiten de bebouwde kom naar 80 km per uur, het niet doorgaan van de uitbreiding van de luchthaven Nantes (Notre Dame des Landes) en het verankeren van duurzaamheid in de Franse grondwet.
Hulot was een van de populairste, gezichtsbepalende ministers. Zijn bekendheid dankt hij aan een populair reis-/duurzaamheidsprogramma dat hij presenteerde. Juist de brug die met Hulot werd geslagen naar de natuuren milieubeweging gaf Macron legitimiteit. Door diens vertrek wordt Macrons verhaal zwakker. Hulot is inmiddels vervangen door de wat saaiere, minder bekende voorzitter van het parlement Rugny, ook een van de weinig gezaghebbende groene politici.
Een soortgelijk verlies leed Macron met het vertrek van de populaire minister van Sport, Laura Flessel, die het vak van politicus te zwaar vond, zoals ze zelf aangaf. Als ex-topsporter was ook zij een voorbeeld van een minister afkomstig uit het maatschappelijk middenveld die was gekozen om haar vakkennis en niet vanwege een langdurige politieke carrière. Macron zal alle zeilen moeten bijzetten om zijn vakministers met minder politieke bagage te laten overleven.
Een gevoelig verlies is verder het vertrek van een van Macrons grote steunpilaren van het eerste uur, minister van Binnenlandse Zaken Gerard Collomb. Hij keert op 71-jarige leeftijd terug naar Lyon, naar de lokale politiek en heeft tijd nodig zich voor te bereiden op de gemeenteraadsverkiezingen. Een bizarre carrièrewending, in een stad waar hij al heel lang burgemeester was namens de Parti Socialiste. Openlijke kritiek op de houding van Macron in de media leidde tot steeds meer spanningen tussen de president en zijn belangrijkste minister. Als zelfs Collomb de regering verlaat, op wiens steun kan Macron dan nog rekenen? spotte de oppositie.
Een fractie van meer dan driehonderd leden
Wie leest in de dossiers die in het parlement worden behandeld, zoals die over de vernieuwing van de huurwet, constateert een zee aan amendementen van politici van de LREM. Op zich is het positief dat de regeringspartij in het parlement actief meedoet om de wet te verbeteren. Maar tegelijkertijd geeft het te denken dat de partij die de minister levert ook zoveel wijzigingen wil en zoveel verschillende woordvoerders kent. Waar is de samenhang? Breekt hier het gebrek aan een gezamenlijke visie en uitgangspunten de partij op?
Ruimte voor verschillende stromingen en dissidente meningen kan pas bestaan als er ook een gezamenlijke basis is van waaruit gewerkt wordt en waarop kan worden teruggevallen. De LREM ontbeert die basis. Delaurens spreekt van een strikte stemdiscipline binnen de partij, die de hoop op vernieuwing doet vervagen. Het vasthouden van de macht lijkt binnen de partij belangrijker te worden dan een vrij debat op basis van inhoudelijke argumenten. De partij is zo snel gegroeid dat zij nooit heeft hoeven samenwerken met andere stromingen in het parlement om een meerderheid te behalen. De fase van geleidelijke groei en langzame nesteling in het politieke landschap is overgeslagen. En dat heeft een prijs.
Europese verkiezingen
De Europese verkiezingen kunnen helpen om de LREM verder te institutionaliseren en haar plek in het Franse politieke landschap te verstevigen, maar ook om de partij een plek te geven op Europees niveau. De grote Europese families — de conservatieven, sociaal-democraten en liberalen — zien dat de partij van Macron veel zetels kan halen in het Europees Parlement. In de peilingen staat de LREM nek-aan-nek met de partij van Marine Le Pen — beide op circa 21 % van de stemmen.
Het is voor Macron lastig om een eigen fractie te voeren in het Europees Parlement — dan moet de partij ten minste 25 zetels halen afkomstig uit zeven lidstaten. Dat betekent dat de deputés van Macron zich zouden kunnen aansluiten bij een andere fractie. De liberalen die zijn verenigd in de ALDE-fractie, waarin ook de VVD en D66 zitten, doen zichtbaar grote moeite Macron hun kamp binnen te krijgen.
Geen gemakkelijke opgave
Vlak voor de zomer werd Macron in verlegenheid gebracht nadat zijn persoonlijke beveiliger gefilmd was terwijl hij met geweld een demonstrant arresteerde op 1 mei. Zowel links als rechts maakte er een groot punt van, zozeer dat er in de laatste week voor het zomerreces maar liefst twee moties van afkeuring lagen. De partij van Mélenchon kreeg steun van de Parti Socialiste en ook de partij van Sarkozy kwam met een motie van afkeuring. Nadat de beelden bekend waren geworden bij de staf van Macron was de beveiliger slechts geschorst geweest en was er geen strafrechtelijk onderzoek gestart. Was er toch ook binnen En Marche sprake van vriendjespolitiek en meten met twee maten? Macron had hier als presidentskandidaat juist altijd stevig tegen geageerd. Zijn nieuwe kabinet moest onkreukbaar zijn en ministers waartegen een justitieel onderzoek gestart werd, konden meteen vertrekken.
De komende tijd wachten daarnaast nog een paar lastige dossiers. Met de vakbonden en werkgeversorganisaties probeert Macron een aantal sociale hervormingen door te voeren. De sociale partners krijgen tot februari 2019 de tijd om gezamenlijk een nieuwe vorm van werkloosheidsverzekeringen te ontwerpen. Ook zal er een plan komen om de uitgaven in de zorg in ziekenhuizen te beperken en moet er een nieuw pensioenstelsel komen.
Macron wil vasthouden aan de doelstelling om het begrotingstekort terug te dringen. Hij wil daarmee de rechtse partijen de wind uit de zeilen nemen vooruitlopend op de Europese verkiezingen in mei 2019 en de gemeenteraadsverkiezingen voorjaar 2020. Het verwijt een tweede François Hollande te zijn wil Macron tegen elke prijs voorkomen. Door deze bezuinigingen dreigen in 2019 opnieuw gesubsidieerde banen te verdwijnen.
Macrons populariteit is inmiddels lager dan dat van zijn voorganger Hollande rond deze tijd. Slaagt Macron erin aan het begin van zijn tweede regeringsjaar nieuw elan te vinden en de Fransen (weer) enthousiast te maken? Het zal moeten blijken, en hangt er ook vanaf of de Franse economie weet te profiteren van de toegenomen ruimte voor ondernemerschap, het liberaliseren van de sociale zekerheid en de verminderde druk van de vakbonden. Ook belangrijk is dat Macron opnieuw geloofwaardigheid verwerft op het gebied van duurzaamheid na het vertrek van de populaire Hulot. En dat hij het warme imago terugkrijgt dat hij uitstraalde in zijn campagne.
Cruciaal voor Macron is of hij de nietkosmopolieten meekrijgt en bij de Europese verkiezingen de in de peilingen populaire Le Pen van zich afhoudt. Kan hij het smaldeel afkomstig vanuit de Parti Socialiste voldoende bieden komend jaar, onder andere met de hervorming van de ziektekosten en zijn plannen tegen armoede? En dan moet Macron ook de LREM als partij neerzetten, met een partijkader en lokale structuren, zodat deze meer is dan een beweging die eenmalig succesvol was bij verkiezingen. Het schaakspel dat Macron speelt is complex.
Lessen
Wat kunnen partijen in Nederland leren van de opkomst van Macron? Ten eerste is de wijze waarop de LREM het programma heeft opgesteld verfrissend. Niet alleen is maatschappelijke groeperingen gevraagd om input, burgers zijn actief betrokken bij het programma — zij werden serieus genomen en voor hun inbreng werd uitgebreid de tijd genomen. Nog lang niet alle partijen hebben voor zo’n brede aanpak gekozen met veel aandacht voor het proces.
Ten tweede heeft Macron lef getoond door maatschappelijk interessante personen op sleutelposten te benoemen die niet zozeer vanwege hun partijlidmaatschap of -carrière minister zijn geworden, maar vanwege hun vakkennis. En hij keek nadrukkelijk over partijen heen om de juiste vrouw en man op de juiste plek te krijgen.
Ten derde wist hij door bijeenkomsten grote groepen te bereiken en een beweging te starten met veel lokale groepen. De drempel om actief te worden onder de paraplu En Marche was heel laag, waardoor allerlei initiatieven vanuit groepen burgers die nog niet politiek actief waren van de grond zijn gekomen.
Ten slotte durft Macron duidelijk stelling te nemen, ook als zijn standpunt niet populair is. Zo hield zijn regering ondanks protesten vast aan de snelheidsverlaging van 90 naar 80 kilometer per uur, verhoogde hij de prijs van een pakje sigaretten met een paar euro en toont hij lef door een pro-Europese koers te omarmen en uit te dragen, terwijl ook de Fransen zeer euroscepsis zijn.
Literatuur
- Brizzi, Riccardo en Lazar, Marc (redactie), La France d’Emmanuel Macron, mei 2018.
- ‘La Fin du clivage gauche-droite’, Cahiers français, mei–juni 2018.
- Choffat, Thierry, ‘Le macronisme et la fin des partis traditionnels’, Civitas Europa 2017/2.
- Delaurens, ‘En marche La politique moderne’, Esprit, april 2018.
- Duhamel, Olivier, Les Mots de Macron, 2018.
- Macron, Emmanuel, Program En Marche! Pamphlet élection présidentielle, 23 april–7 mei 2017.
- Mandonnet, Eric, ‘Il y a une tentation thatchérienne chez Macron’, L’Express, 2–8 mei 2018.
- Nathan, Herve, ‘La Macronie mélange hasardeux du public et du prive’, Marianne, 20–26 juli 2018.
- Koole, Ruud, ‘Macron’s beweging’, De Hofvijver, mei 2017.
- Les Echos, Bilan, Macron 1 an.
- Le Figaro, Un an après Macron face aux divisions de sa majorité, 18 juni 2018.
- Le Figaro, Les défis du président Macron, 15 mei 2017.
- Le Figaro, L’image de Emmanuel Macron se dégrade dans l’opinion, 6 juli 2018.
- Le Point, Macron et pourquoi pas lui? Comment il veut casser le système, 31 december 2015.
- Le Journal de Dimanche, ‘Reformes: Macron veut encore accélérer’, 18 maart 2018.
- Le Monde, ‘Emmanuel Macron, “Je reste un outsider”’, 4 april 2017.
- Le Monde, ‘Macron repousse ses transformations’, 7 juli 2018.
- Le Monde, ‘Emmanuel Macron président de plus en plus normal’, 11 september 2018.
- L’Humanité, ‘Une pauvreté de dingué’, 12 september 2018.
- Le Monde, ‘Emmanuel Macron, un départ sans la fanfare’, 6 oktober 2017.
- Le Figaro, ‘Macron vire au social sans le dire’, 4 september 2018.
- Muijen, Matthijs van, Rotterdamse recepten tegen radicalisering, site Vers Beton, 26 november 2015.
Noten
1 conseilcitoyenhamon2017.fr
2 Delaurens, ‘En marche La politique moderne’, Esprit, april 2018.
3 Met dank aan Ruud Koole voor commentaar op een eerdere versie.