Ik herinner me dat ik geboren ben met handen
van mijn vaderskant en wat daaruit is weggegleden.
'Hou dat vast,' zei de man die me twee keer twaalf
minuten had zien huilen als een baby en daar in
rechte lijnen een draai aan wilde geven.
Hij tekende een kubus op het bord. 'Pas als je
niet meer om je eigen hoek komt kijken is het
plaatje rond, heb ik de kantjes gladgestreken.'
Wie baart er nu een kreukvrij wezen, dacht ik maar
ik vroeg het niet. Kunnen blote handen naakten kleden?
Verder nooit begrepen dat slakken dakloos kunnen
zijn, dat een pasgeboren zeeschildpad alleen naar
het water kruipt. Misschien snap ik alleen de egel die
bij nood zijn kroost aanvreet maar ook niet helemaal.
Wie snoert de dierenriemen zo strak aan?
Soms voert men jonge muizen aan een zwangere
kat om haar kittens in een emmer te verzuipen.
'Daarom dus,' zei de man, 'geef ik jou een goede kans'
en veegde met een natte vinger een hoekje van de kubus af.
Ik dacht: een pasgeborene kan ademen onder water.