Vrouwen in publieke functies krijgen vaak te maken met online seksistische en racistische haat en bedreigingen. Een oplossing is zomaar niet gevonden. Duidelijk maken welke onbewuste beelden en machtsstructuren hieraan ten grondslag liggen is een begin.
Anja Meulenbelt
Feministe, activiste, schrijfster
Historisch gezien is er niets nieuws aan dat vrouwen worden weggezet als hoeren, feeksen of sletten. Er waren tijden dat vrouwen om het minste geringste als heksen konden worden verbrand. Maar een nieuw verschijnsel lijkt de heksificering van vrouwelijke politici via sociale media. Ook mannelijke politici krijgen er soms van langs, maar niet zo vaak als vrouwen, die bovendien zelden worden aangevallen op hun standpunten, maar meestal op hun vrouwelijkheid. Haatmail vol met seksuele bedreigingen.
Het was op 12 april 2017. In de Amsterdamse rechtbank zat een rij verdachten. De gelegenheid: het Openbaar Ministerie had de historische beslissing genomen dat de stroom aan racistische en seksistische haatmail gericht aan Sylvana Simons de grens overschreed van wat nog acceptabel was in het kader van de vrijheid van meningsuiting, Van zesduizend berichten waren 22 verdachten opgespoord, die nu terecht moesten staan wegens opruiing, bedreiging en belediging. Ik zat op de publieke tribune. Sylvana Simons zat in de zaal. Ze wilde die mannen wel eens in de ogen kijken, en laten zien dat ze gewoon een vrouw van vlees en bloed was.
Eén man werd vrijgesproken. De zaak tegen de jongste, vijftien jaar, werd achter gesloten deuren behandeld, en de rest kreeg taakstraffen of boetes. Ze zeiden spijt te hebben, maar of dat spijt was om wat ze Simons hadden aangedaan, of eerder omdat ze dit nooit gedaan zouden hebben als ze geweten hadden dat ze nog eens voor de rechtbank zouden moeten verschijnen - en dat voor iets wat ze zelf zagen als, nou gewoon, een geintje, een opwelling, ‘ja ik was kwaad omdat ze ons zwarte piet af wil pakken’ - dat is de vraag.
Het seksisme en het racisme in alle uitspraken waren overduidelijk. Stronthoer, Surinaams neuksletje, zwarte roetmop, je blijft een aap, afschieten dat wijf, opdonderen naar je oerwoud, het loog er niet om. De zwaarste straf kreeg een jonge man die zo creatief was geweest om een iconische foto uit de tijd van de lynchings in de Verenigde Staten te gebruiken om het gezicht van Sylvana te fotoshoppen op een opgehangen zwarte man. Met een leuk liedje erbij.
Hoe hij daarbij kwam, vroeg de rechter. Nou gewoon, hij had op Google ‘lynchen’ ingetikt, en was toen bij die foto terechtgekomen. Waarmee Gloria Wekker, die ons in haar boek Witte onschuld de vraag stelt of wij echt denken dat vierhonderd jaar kolonialisme geen sporen na zou laten in ons denken en doen, geheel gelijk kreeg. In haar idee over het ‘culturele archief’ dat we zonder het te weten met ons meeslepen, bedoelt ze precies dit. Dat wij, nazaten van kolonialisme en slavenhouders, onbewust beelden, houdingen en gevoelens over zwarte mensen en mensen van kleur in ons brein hebben opgeslagen. In het hoofd van die jonge man zit een directe verbinding ingeplant waar hij zelf niet eens over nadenkt: zwarte vrouw = lynchen.
Dat deze zaak ging over racisme en over seksisme was overduidelijk. Maar er was nog een factor aanwezig, die niet werd benoemd. Klasse. Behalve dat de verdachten op één na mannen waren, waren het op een man van middelbare leeftijd in een net pak en met een nette baan na, grotendeels jonge mannen in joggingbroeken en versleten spijkerbroeken waarvan duidelijk was dat zij het in het leven niet geweldig getroffen hadden. Als om het verschil in klasse te benadrukken zat de driekoppige rechterlijke macht letterlijk een stuk hoger, en boog de rechter zich bij elke verdachte minzaam naar voren om de jonge man in kwestie te vragen of die straks bij de uitspraak de voorkeur gaf aan een taakstraf of een boete, ‘gezien het feit’ - hij kijkt even op zijn papieren – ‘dat u al heeft laten weten er op dit moment financieel niet riant bij te zitten’.
Velen zonder werk, met los werk, of bang om hun baan kwijt te raken, en, durf ik te beweren al werd dat niet gevraagd, er zullen weinig mannen bij hebben gezeten met een leuke relatie. Dit waren de losers, en ik bedoel dat niet als scheldwoord maar als feit: de verliezers van onze maatschappij, en aan het geschuifel en gestotter en afgewende blikken te zien voelden ze zich vooral vernederd. Bekeken en afgewezen. Te min.
Sylvana was blij met de veroordelingen, maar na afloop van de voorstelling keken we elkaar aan en dachten hetzelfde. ‘Ik had bijna met die jongens te doen’, zei ze. Ik ook.
Hamashoer
De stroom van racistische en seksistische haat, en dat vooral gericht tegen vrouwen, en dan nog bij voorkeur tegen ‘publieke vrouwen’ die zichtbaar zijn in de politiek, is de laatste jaren enorm toegenomen. Ik ga ervan uit dat daar specifieke motieven aan ten grondslag liggen, hoewel we het vooral van speculatie moeten hebben. Het is niet eenvoudig om daar onderzoek naar te doen.
Ik heb in het verleden zelf te maken gehad met nogal wat online agressie. In mijn geval was dat omdat ik me openlijk inzette voor de rechten van Palestijnen, maar het opmerkelijke was dat de op mij gerichte haat bijna altijd seksistische en seksuele motieven bevatte. Hamashoer, moslimknuffelaar.
Ik zat nog in de Eerste Kamer. Twee keer liepen de haatberichten zo op dat de politie het niet overdreven vond om rekening te houden met mogelijke fysieke bedreigingen. Ik kreeg een korte cursus wat ik kon doen om minder gevaar te lopen, en de wijkpolitie kwam af en toe even kijken. Ook was er politie in burger aanwezig als ik ergens een lezing hield. Zo erg als bij Sylvana, die een tijd nauwelijks ergens heen kon zonder bodyguards, is het bij mij nooit geworden. Ik sloot de reactiemogelijkheid op mijn weblog af, op Facebook is het makkelijk om de klootzakken eraf te gooien en ik houd mij ver van X.
Als favoriet haatobject ben ik intussen in populariteit ruimschoots ingehaald. We weten allemaal wie recentelijk het hoogst stonden in de hitparade: Sigrid Kaag, Sylvana Simons en Kauthar Bouchallikht. Waarmee het duidelijk wordt dat het niet zomaar over vrouwen in het algemeen gaat. Een moslima, een zwarte vrouw, en een witte vrouw die de zonde begaat om met een Palestijnse man getrouwd te zijn.
Mannen in crisis
Waar gaat deze golf haat over? Er zijn twee samenhangende manieren om het te verklaren. Om te beginnen hebben we te maken met een backlash van witte mannen die er niet tegen kunnen dat ze hun privileges verliezen. Susan Faludi schreef hierover al in 1992 een boek, Backlash. Haar stelling is dat bij elke stap voorwaarts die vrouwen maken, er mannen zijn die het gevoel hebben dat zij nu achtergesteld en gediscrimineerd worden.
In Nederland zie ik om de paar jaar een golfje met het thema ‘mannen zijn in crisis want de vrouwen rukken op’, zeker nu de emancipatie van vrouwen ook nog gepaard gaat met een stevige antiracismebeweging. Dan hebben we auteurs als Max Pam die mannen ziet als ijsberen op smeltende schotsen, en krijg je boeken als Het nut van de man van journalist Maarten Huygen, die zich beklaagt dat witte mannen niet meer in de mode zijn, en zeker na Me Too allemaal verdacht zijn geworden.
Dit zijn de mannen die hun middenklasse privileges nog helemaal niet kwijt zijn maar bang zijn dat dat wel gaat gebeuren. Zij kunnen het zich veroorloven om hun klachten over de vrouwen die in hun ogen dreigen om de macht over te nemen openlijk uiten, zij kunnen terecht bij de mainstream media. Anders dan de genoemde jonge mannen die geen stuk in de krant krijgen en het moeten doen met anonieme online wraakacties. Waar ze redelijk safe al hun rancunes kwijt kunnen, behalve dan die onfortuinlijke jonge mannen aan het begin van dit artikel die geheel onverwacht in hun kraag werden gegrepen. Ik bedoel dus: de vrouwenhaat waar we het over hebben is niet alleen maar gekoppeld aan de ‘laag’ geschoolden en de ‘lagere’ klasse. Ook ‘hoger’ geschoolde en middenklasse witte mannen voelen zich vaak als verliezers. Al is het evident dat ze daar minder reden toe hebben.
Vrouwen die hun plaats niet weten
Een andere auteur die ons aan het denken kan zetten is Kate Manne van Down Girl die schreef over de vraag waar vrouwenhaat nu eigenlijk over gaat. Dat gaat niet zomaar over mannen die de pest hebben aan vrouwen, is haar stelling. Ik trek het onderwerp hier een stuk breder, want misogynie of vrouwenhaat, gaat niet alleen over online agressie en is ook niet alleen gericht op politici. In het ergste geval gaat het over moord. Elke acht dagen wordt er in Nederland een vrouw vermoord, bijna altijd door een (ex-)partner. Daar is een term voor: femicide. Het punt is dat die vrouwen niet zomaar vermoord worden, maar omdat de man in kwestie zich vernederd voelt door een vrouw die zich aan zijn gezag onttrekt.
Manne gaat ervan uit dat vrouwen gevaar lopen, dan wel aangevallen worden ook al is dat alleen online, als ze hun plaats niet weten. Als ze niet bereid zijn om dienstbaar en onderworpen te blijven. Dan blijkt dat we weliswaar in een maatschappij leven waarin we hebben afgesproken dat mannen en vrouwen gelijke rechten hebben, maar dat er diep weggestopt nog een laag oude emoties in hun onderbewuste aanwezig is.
Abram de Swaan, die hoogleraar sociologie was, heeft het in Tegen de vrouwen over de wereldwijde strijd tegen zich emanciperende vrouwen. ‘Een vrouw aan de macht is een vrouw die losgebroken is, een onberekenbaar gevaar dat terug in haar hok moet, weer op haar rug moet gaan liggen, onder de man. Zo ongeveer is de haatfantasie over vrouwen die hun plaats niet kennen’, volgens De Swaan. ‘Zelden zullen die gevoelens zo worden uitgesproken, maar vaak liggen ze als onbeseft bezinksel op de bodem van het verzet tegen leidende vrouwen.’
Manne maakt een onderscheid tussen gewoon seksisme - de hardnekkige neiging om verschillende eigenschappen als onveranderlijk toe te kennen aan de twee erkende genders - en misogynie: vrouwenhaat, die zich kan uiten in geweld. Het is een misverstand dat vrouwenhaters alle vrouwen haten, schrijft Manne. Er is sprake van een diepe afkeer wanneer vrouwen niet doen wat ze volgens de zelden benoemde, en vaak onbewuste, codes horen te doen. Wanneer ze niet aardig zijn, niet vrijwillig ondergeschikt zijn, wanneer ze niet ingaan op avances die een man maakt, wanneer ze niet seksueel beschikbaar zijn, wanneer ze niet een stap opzij maken en mannen de baas laten zijn. Wanneer ze denken dat ze evenveel waard zijn, en evenveel kunnen als mannen.
Vrouwenhaat dient om de oude en niet langer benoemde patriarchale waarden in stand te houden, aldus Manne. Voor vrouwen die ook nog zwart zijn, zoals Sylvana Simons, die dacht dat we in een samenleving leefden waarin ook vrouwen leiding mogen geven, was het dubbel raak: in een gemeenteraadszitting in Amsterdam, waarbij ze kritische opmerkingen plaatste over de politie, werd haar door een collega toegeblaft dat ze ‘nederig moest gaan zitten’. Het woord nederig, in onnadenkende woede door een man geuit, zei het precies: ze moest wel haar plaats kennen. Zolang ze als tafeldame decoratief aanwezig was in populaire tv-programma’s ging het nog wel. Ze werd pas echt gehaat toen ze het lef had om te denken dat zij als zwarte vrouw evenveel recht van spreken had als witte mannen.
Cultureel archief
Ik heb van Gloria Wekker dus overgenomen dat er sprake is van een cultureel archief, dat wat onbewust is opgenomen in ons brein, als het gaat om de beelden die we meenemen over ‘ras’. Is het vergezocht om te veronderstellen dat we ook last hebben van zo’n archief waarin de codes voor mannelijkheid, vrouwelijkheid en etniciteit zijn verweven? Het gaat om ideeën die vaak ook door vrouwen worden geïnternaliseerd die echt denken dat ze altijd aardig moeten zijn en veel moeten glimlachen, en de neiging hebben om zich af te zetten tegen andere vrouwen die zich niet houden aan de ongeschreven codes. Maar ze zijn zeker ook terug te vinden in menig mannenbrein. Ook bij de mannen die bij hoog en laag vol zullen houden dat zij niet discrimineren, en zichzelf zullen afficheren als bij de tijd en progressief; maar er toch niet tegen kunnen als vrouwen gewoon hun gang gaan zonder hun om toestemming te vragen.
Ik veronderstel dat de mannen aan het begin van dit artikel ook werkelijk, en niet geheel onterecht, het gevoel hebben dat ze niet meetellen, dat ze de boot missen. We hebben geen gangbare term voor het neerkijken op mensen van een ‘lagere’ klasse, zoals we wel de termen seksisme en racisme hebben. Ik heb het geprobeerd met ‘klassisme’, maar dat heeft de Dikke Van Dale nooit gehaald. Het is ook vrijwel onmogelijk om het over klassenverschillen te hebben zonder de waardeoordelen die in de taal zitten ingebakken met de woorden ‘hoger’ en ‘lager’ te reproduceren - hoog is altijd beter dan laag, of het nou om opleiding, inkomen of cultuur gaat.
En als we denken over de oorzaken waarom vrouwen een permanent doelwit zijn van haat, dan is er ook nog wat aan de hand met de partnerkeuze. We weten allemaal hoe het ideale heterostel er ongeveer uitziet: hij is langer, beetje ouder, heeft meer opleiding en verdient meer. Deze ongeschreven norm heeft consequenties, met name voor jonge mannen. Zo’n 45% van de mannen tussen 18 en 29 heeft geen vaste partner (voor vrouwen is dat 35%) en 80% daarvan zou dat wel willen. Het punt is dat de vrouwen van hun leeftijd vaker de voorkeur geven aan een man die een beetje ouder is, genoeg verdient om haar mee uit eten te nemen. Misschien zelfs al een auto heeft.
En er kan nog meer aan de hand zijn. Jongens leren niet hoe je een beetje aardig met vrouwen om kunt gaan. Met name veel jonge mannen met weinig opleiding vissen dus achter het net. En dat is in een samenleving waarin ‘mannelijkheid’ betekent dat je een vrouw kunt krijgen, dat je aan je seks komt, een flink nadeel. Dat wat ‘echte mannen’ toekomt, krijgt een deel van hen niet. Dat leidt tot rancune. Die kutwijven voelen zich te goed voor je. En dan komt er zo’n zwart vrouwtje, razend sexy, en zelfs die voelt zich geheid te goed voor jou. Laat ze oprotten naar haar bananenland, de slet.
Dit soort frustraties kunnen leiden tot giftige haatmail. In extreme gevallen tot moord. Er is een beweging gaande van ‘incels’ in de VS, ‘involuntary celibate’, mannen die onvrijwillig celibatair zijn en elkaar op online fora vinden, waar zij elkaar ophitsen met geweldfantasieën tegen vrouwen. Een van hen, Elliot Rodger uit de VS, die tweeëntwintig was maar nog niet een keer geneukt had, schoot in 2014 uit woede een aantal willekeurige vrouwen dood, en daarbij ook een paar mannen die in zijn ogen meer kans maakten op die arrogante blonde sletten waar hij zijn zinnen op had gezet. Vervolgens maakte hij zichzelf van kant.
En dan is er nog een motief. Het is inmiddels antiek. Witte mannen die er niet tegen kunnen dat ‘onze’ vrouwen de voorkeur geven aan een zwarte man, of een moslim, of godbetert, een Palestijn. Dit was tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw, in de VS, het motief om zwarte mannen en jongens te lynchen. Maar je kunt ook de witte sletten om zeep helpen natuurlijk, of daarover fantaseren en dat online zetten. Met mijn eigen ervaringen achter de kiezen, ik verkeerde jarenlang met een Palestijnse man en hield dat niet geheim, denk ik dat dat de reden is dat witte en blonde Sigrid Kaag aan de top stond van de hoeveelheid bedreigingen en ze er uiteindelijk de brui aan gaf toen ook haar kinderen er dagelijks last van kregen.
Maar het zijn niet alleen vrouwelijke politici. Onlangs overwoog populaire Volkskrant columniste Asha ten Broeke er maar mee op te houden toen de haat op X weer opliep. Dagelijks berichten als ‘ziek wijf ben je, hoop dat je snel afsterft of verongelukt’, ‘gestoord vet varken’, ‘smerige rioolrat’. ‘Wilt u doodvallen met uw linkse terreur?’ Geert Wilders noemde haar ‘walgelijk en levensgevaarlijk’, en een man stapte zelfs van zijn fiets af om haar voor ‘woke kankerhoer’ uit te schelden.
Wat voor dikke huid moeten vrouwen ontwikkelen, zeker vrouwen die ook nog van kleur zijn, of moslima, of links, of de ‘verkeerde’ partner hebben gekozen, om nog gewoon hun werk te kunnen doen als politica of publiciste? Hoe gaan we ons ‘cultureel archief’ opschonen, zodat vrouwen niet alleen op papier gelijke rechten hebben? Hebben we hier een antwoord op?