Ik slaap slecht en daarom lig ik vaak te denken, hoewel ik niet weet wat denken eigenlijk is. Ik kende een man die professor was aan de universiteit van Amsterdam, zijn vak was wiskunde. Hij woonde alleen in een eenvoudige woning. Als hij bij de bakker stond, dachten de mensen dat hij een zwerver was. Soms werd hij herkend door een student die hem met eerbied begroette, tot verwondering van de mensen die dachten dat hij een zwerver was. Ik kende hem eigenlijk niet, ik heb hem misschien drie keer ontmoet en één keer gesproken. Ik ben nooit in zijn huis geweest, maar ik hoorde verhalen over hem van zijn beste vriend. Omdat bijna niemand wist dat hij professor was en omdat het hem niets kon schelen dat de mensen dachten dat hij een zwerver was, wilde ik alle verhalen over hem horen. Maar zijn beste vriend wist ook niet veel over hem te vertellen. Ik denk dat het voor gewone mensen moeilijk is mensen te begrijpen die nooit naar de televisie kijken, maar nadenken over wiskundige problemen. Hij zat ‘s middags in zijn sobere en stoffige kamer op een goedkope bank en dacht urenlang over wiskundige problemen, zonder boek of papier. Zoals je dat ook weleens ziet in een drukke stad, iemand die fietst met losse handen.
Vanmorgen toen ik om zes uur wakker werd, las ik een willekeurige passage in een dik geschiedenisboek, pagina 864. ‘In de fabels van Borges verandert de bibliotheek van een domein van eerbiedwaardige waarheid in een broedplaats van fouten, en de foutieve interpretaties van het verleden die daardoor ontstaan, bepalen de speelruimte aan creatieve vrijheid die we in deze tijd nog over hebben. Kopiëren is, in deze ironische opvatting, niet een monastieke exercitie in zelfverloochening, maar legt zich toe op onnauwkeurigheid. In een van Borges’ verhalen krijgen de boeken die geproduceerd worden door Babylonische schrijvers elk een apart kenmerk door er heimelijk verborgen
verschillen in te verwerken: de kopiisten leggen een geheime eed af om dingen “weg te laten, tussen te voegen en te veranderen”. Auden was blij met een dergelijke verandering in zijn eigen werk, toen de drukker die zijn eigen gedicht “Reis naar IJsland” moest zetten de regel “And the poets have names for the sea” veranderde in “And the ports have names for the sea”. Deze vergissing kwam Auden veel intrigerender voor dan zijn eigen versie en daarom corrigeerde hij hem niet.’
Dit had ik graag aan de wiskundeprofessor willen vertellen, maar dat zal niet gaan, want terwijl hij jonger was dan ik, is hij toch al lang geleden gestorven.
Dossiers
Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers
Steun de Wiardi Beckman Stichting
Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.