De pijnfuif
vrienden ik heb de pijn
maar op de kachel gezet
om ze warm te houden
als iemand pijn wil
ze is lekker vers
neem gerust
en neem wat meer
er is pijn genoeg
voor iedereen
Gust Gils (1924-2002)
Uit: Uniek onkruid (1982), uitgeverij Manteau
De feesten van angst en pijn is de titel van de experimentele dichtbundel uit 1921 van de Antwerpse dichter Paul van Ostaijen waarmee hij op radicale wijze brak met zijn vroegere poëzie. Een kleine drie jaar werkte hij aan de bundel die tijdens zijn leven nooit in druk zou verschijnen.
Ruim zestig jaar later schreef een volgende Antwerpse dichter, Gust Gils, het gedicht De pijnfuif. (Au)gust Gils was een experimentele duizendpoot; naast dichter was hij schrijver van korte verhalen, toneelauteur, beeldhouwer, kunstschilder, tekenaar, jazzmusicus en componist. In 1954 stond hij aan de basis van het avant-gardetijdschrift Gard Sivik.
Zowel in zijn poëzie als in zijn proza zocht Gils de grenzen op van het absurde en hij plaatste zichzelf graag in een traditie van het groteske en experimentele oeuvre van Paul van Ostaijen. Zelf zei Gils over zijn poëzie: ‘Dat het gedicht verrast, de lezer op het verkeerde been zet, lijkt me een vereiste voor alle poëzie die het zout in haar pap verdient.’
Gils overleed in 2002 en ligt begraven op de Antwerpse begraafplaats Schoonselhof. Volgens zijn zelfgeschreven epitaaf is die plek niet zijn laatste, maar zijn ‘eerste rustplaats’.
Uit de nalatenschap van Gust Gils kwamen drie ongelezen dagboekschriften van de vader van de dichter tevoorschijn. In Jongelinsdagboeken (1915-1918) schreef vader René Gils over zijn liefdes- en kantoorleven, zijn dichterlijke ambities én over zijn vriendschap met Paul van Ostaijen, toentertijd zijn collega op het Antwerpse stadhuis. Van het poëtische verleden van zijn vader en van de vele overeenkomsten in hun gevoelsleven heeft Gust Gils - pijnlijk genoeg - nooit geweten.
Hermen Hoek en Marc van Osch zijn werkzaam als docent Nederlands op de OSG Hugo de Groot in Rotterdam. Met Vrijmipo bezorgen zij poëzie op bijzondere en onvermoede plekken.