Op een zaterdag in mei neem ik de trein van Londen naar Bath. Het is warm. Je zou dagjesmensen richting zee verwachten. Maar ik ben alleen. Allicht omdat vandaag het huwelijk plaatsvindt tussen Harry en Meghan, tussen een blauwbloedige edelgermaan en een vertegenwoordigster van de Hollywood-adel, tussen een troonopvolger van de Engelse kroon (weliswaar de zevende in rij maar toch) en een dochter van een Afro Amerikaanse moeder en een goudeerlijke trailerparkbewoner. Je bent niet goed bij je hoofd wanneer je dat niet op televisie gaat kijken – uit sociologische interesse alleen al. En dat ik inderdaad niet goed bij mijn hoofd ben blijkt ook doordat ik in Engeland de trein neem. Het geplande ritje van 1,5 uur met één keer overstappen wordt 3,5 uur met drie keer overstappen, onderbroken met een busritje door wat Hobbitdorpjes omdat een spoorlijn dicht is. Bij wat ik nadien over privatiseringen denk, verbleekt Jan ‘Tomaat’ Marijnissen tot Frits Bolkestein.
Uiteindelijk brengt de reis me toch bij een bijeenkomst van de Labour-vernieuwingsbeweging Momentum. De schrijver Mark Perryman presenteert er zijn boek The Corbyn effect. De essays brengen scherp in beeld hoe het kan dat een oude man met tamelijk radicale ideeën opeens de macht in de Labour-partij in handen krijgt. Ik wil weleens zelf horen hoe ‘de achterban’ daarover denkt. Voor het begrip van de lezer moet wel worden opgemerkt dat Labour zich verhoudt tot de PvdA als De Bijenkorf tot een kringloopwinkel; dat binnen Labour over elk denkbaar maatschappelijk thema tientallen elkaar actief bestrijdende werkgroepen, verenigingen en vakbonden elkaar de maat nemen, dat de club 600.000 leden heeft en allerlei heel en half gelieerde denktanks; dat het kortom een politieke machine van jewelste is. Waar dus een zoveelste intellectueel met een geinig boekje nog net wat minder serieus genomen wordt dan in Nederland. O ja, en het is dus zonnig, er is een royal wedding op de telly en Bath is niet echt een Labour-stad, eerder het Bloemendaal van Engeland. Toch zitten er ruim dertig mensen in het zaaltje.
Reuze interessant vinden ze het dat ik uit Nederland kom, maar niet heus. Je weet direct weer waarom Corbyn geen poot uitstak om Groot Brittannië in de Europese Unie te houden. Zijn achterban is met andere dingen bezig, zoals onbetaalbare huizen (klopt), armoede en werkloosheid onder jongeren (valt mee, maar het flexwerk niet) en voedselprijzen (niet veel anders dan bij ons). Corbyn bedient ze niet perfect, want hij boekt geen grote winst. Maar hij bindt wel veel nieuwe mensen aan zich. En Europa, ach. Engelsen denken sowieso liever niet aan het buitenland. Als ze met het pistool op de borst een ander land moeten noemen, beginnen linksige types ten einde raad over Palestina. Dichterbij lukt niet. Hoe kun je nou een progressieve beweging willen zijn en zo navelstaren, vraag ik me hardop af, waarom zijn jullie trots op dat provinciale? Maar de tijd is te kort om een goed antwoord te krijgen.
Licht geërgerd over de zelfgenoegzaamheid reis ik terug. Gelukkig is er de taxichauffeur, wereldwijd redder van het korte stukje, en nu ook nog van de Engelse eer. Hij zegt: ‘Gisteren was de finale van de Engelse voetbalbeker, Arsenal-Chelsea. Sáái. Ik heb van ellende naar het huwelijk gekeken. Maar dat was móói, man! Mijn vrouw zat te huilen. Weet je dat ze half zwart is, die Meghan? Ze had een gospelkoor bij zich! Elton John keek ernaar alsof-ie in de poep gestapt was. Weet je wat het is, die royals proberen mee te bewegen met de wereld. Dan houden ze het langer vol.’