Door: Nik de Boer
Redacteur S&D, UD/onderzoeker constitutioneel recht, UvA

Toen corona in maart vorig jaar Europa in haar greep kreeg, startte de Europese Centrale Bank (ECB) met een gigantisch opkoopprogramma om de negatieve economische gevolgen van de pandemie het hoofd te bieden. De omvang van dat programma staat inmiddels op € 1.850 mrd. Terwijl regeringen onderworpen zijn aan democratische controle wanneer ze dergelijke steunoperaties lanceren, verricht de ECB haar taken in grote onafhankelijkheid zonder noemenswaardige democratische inspraak. Is dat nog te verantwoorden?

Bij het ontwerp van de ECB dertig jaar geleden was het idee dat de onafhankelijkheid democratisch te rechtvaardigen was. De ECB kreeg immers een beperkt mandaat gericht op het voorkomen van inflatie. Dit mandaat werd vastgelegd in EU-verdragen en zo op democratische wijze goedgekeurd. Het handhaven van prijsstabiliteit zelf zou vooral een technische taak moeten zijn. Onafhankelijkheid van de centrale bank werd nodig geacht omdat politieke instellingen te veel gericht zouden zijn op de korte termijn om een geloofwaardig prijsstabiliteitsbeleid te realiseren.

Dertig jaar later is die rechtvaardiging door de sterk veranderde economische omstandigheden niet langer houdbaar. In het nastreven van prijsstabiliteit maakt de ECB politiek controversiële keuzes. Dat bleek tijdens de euro-crisis toen de vraag naar voren kwam of de centrale bank moest interveniëren om staten te behoeden voor faillissement. Om die reden kocht de ECB in 2011 staatsobligaties van Italië en Spanje en stuurde toenmalig ECB-president Jean-Claude Trichet ook geheime brieven naar de regeringen van beide landen. Daarin maakte hij de steun afhankelijk van scherpe bezuinigingen, grootschalige privatiseringen en liberalisering van de arbeidsmarkt.

Dat de ECB politieke keuzes maakt, bleek ook toen zij na de eurocrisis de rente niet verder kon verlagen en besloot tot grootschalige opkoopprogramma’s. Het is omstreden of de positieve effecten van die programma’s wel opwegen tegen de negatieve effecten. Volgens sommige analyses bevoordelen ze bezitters van financiële activa en onroerend goed in sterke mate. Het resultaat is een toenemende vermogensongelijkheid.

Het meest actuele voorbeeld is de rol die de centrale bank zou moeten spelen in het vergroenen van de economie. Tot voor kort was de heersende gedachte in Frankfurt dat de ECB de effecten van haar beleid op duurzaamheid grotendeels zou moeten negeren. Het volgde immers een beleid gestoeld op het beginsel van marktneutraliteit. Uit onderzoek van Jens van ’t Klooster en Clément Fontan blijkt dat die marktneutraliteit in de praktijk een mythe is. Opkoopprogramma’s van de ECB bevoordelen niet-duurzame sectoren in grote mate, zoals de fossiele industrie, luchtvaarbedrijven en autofabrikanten.

De discussie over de democratische legitimiteit van de ECB bereikte in mei vorig jaar een nieuwe fase toen het Duitse constitutioneel hof het Public Sector Purchasing Programme van de ECB ongrondwettig verklaarde. Voor de Duitse rechters was de beperkte democratische legitimiteit van de ECB niet langer te verenigen met de veranderde rol van de ECB. De kwestie werd politiek opgelost, maar onderstreepte dat de onafhankelijkheid van de ECB dertig jaar na vaststelling van het mandaat niet langer te verzoenen is met democratische uitgangspunten.

Het ontbreekt de ECB aan een duidelijke democratische autorisatie voor het gevoerde beleid. Dat vereist politieke actie. Democratisch gelegitimeerde instellingen zullen het mandaat van de ECB moeten herzien om ervoor te zorgen dat het handelen van de centrale bank weer stoelt op democratische grondslag.

Auteur(s)

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers

Steun de Wiardi Beckman Stichting

Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.

S&D bestaat sinds 1939 en verschijnt zes keer per jaar. Oude nummer kunt u doorzoeken via het register (1939-2023) of op thema. De redactie bestaat uit: Paul de Beer, Meike Bokhorst, Josette Daemen, Patricia Dinkela [eindredactie], Janneke Holman [eindredactie], Tim 'S Jongers, Ruud Koole, Marijke Linthorst, Annemarieke Nierop [hoofdredactie], Arjan Reurink, Vera Vrijmoeth en Bram van Welie.

S&D wordt uitgegeven door Van Gennep. Een los nummer kost € 17,50, en jaarabonnementen (vol tarief) € 84,50 (te bestellen via: info@vangennep-boeken.nl).

Een online abonnement kost € 2 per maand. U kunt zelf een account hiervoor aanmaken onder mijn S&D, of stuur een e-mail naar send@wbs.nl.

Oude nummers kunt u downloaden vanaf de website van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen. Voor een overzicht van auteurs per nummer, raadpleegt u het register van S&D (1939-2023)

Inzenden kopij

De redactie van S&D verwelkomt kopij. Artikelen kunnen worden gemaild naar send@wbs.nl. Artikelen aanleveren in Word, bronvermelding in eindnoten (apa). Richtlijn aantal woorden: 2000-2500. Idealiter vormen artikelen in S&D een mix van wetenschap, politiek en essay. De redactie van S&D beslist over plaatsing van binnengekomen kopij. Ze beoordeelt daarbij op basis van de volgende criteria:
- een heldere opbouw en schrijfstijl (geen jargon) en duidelijke vraagstelling
- een goede onderbouwing van standpunten met argumenten, weging van de tegenargumenten en bronvermelding
- vernieuwing van de gedachtevorming binnen de sociaal-democratie
- toegevoegde waarde t.o.v. bestaande inzichten/onderzoeken
- politieke relevantie

Redactie

Redactieadres: Wiardi Beckman Stichting
Theresiastraat 13
2593 AA Den Haag
send@wbs.nl

Uitgever: Uitgeverij Van Gennep
Nieuwpoortkade 2a
1055 RX Amsterdam
info@vangennep-boeken.nl

Documenten