Eén van de meest opmerkelijke gebeurtenissen op het gebied van de zorg deze zomer was het optreden van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGZ). In augustus gelastte de IGZ het Amsterdam UMC om de productie van CDCA - een middel tegen de zeldzame stofwisselingsziekte CTX - onmiddellijk te stoppen en de geleverde medicijnen terug te roepen.
Het ziekenhuis had in april van dit jaar aangekondigd dat het dit medicijn in de eigen apotheek zou gaan maken omdat de fabrikant, Leadiant, er een maatschappelijk onaanvaardbaar hoge prijs voor vroeg: € 153.000 per patiënt per jaar. Het ziekenhuis was in staat hetzelfde medicijn te produceren voor een bedrag van € 25.000 per patiënt per jaar. Uit onderzoek van de IGZ was gebleken dat er een onzuivere stof in het medicijn zat die de wettelijke limiet overschreed. Aanleiding voor dit onderzoek was een brief van de advocaten van Leadiant. Zij verzochten de IGZ als belanghebbende om onderzoek te doen en handhavend op te treden.
Dat de IGZ dit verzoek inwilligde is niet verbazingwekkend. De IGZ heeft tot taak toezicht te houden op onder meer de kwaliteit en de veiligheid van de zorg. Zij is ook verplicht om een door een belanghebbende gevraagd onderzoek uit te voeren. De IGZ kon dus eigenlijk niet anders.
Wat wel reden is voor verbazing is dat de IGZ het daarbij heeft gelaten. Bij de test van het middel van Leadiant door het Europese bureau EMA in 2016 waren ook onzuivere stoffen aangetroffen, maar deze werden beoordeeld als onschuldig. Hetzelfde zou kunnen gelden voor de stof in het door het Amsterdam UMC geproduceerde medicijn. Het minste dat de IGZ had kunnen doen was het middel van Leadiant aan eenzelfde test onderwerpen. Dat heeft zij niet gedaan; daarmee heeft de IGZ een wel heel minimalistische invulling gegeven aan haar taak.
De IGZ moet namelijk niet alleen toezicht houden op de kwaliteit en veiligheid, maar ook op de toegankelijkheid van de zorg. En een prijsverschil van € 128.000 per patiënt per jaar voor dezelfde werkzame stof lijkt mij niet bevorderlijk voor de toegankelijkheid. Dit prijsverschil wordt niet veroorzaakt door kostbaar langjarig onderzoek. De werkzame stof is al jaren bekend als middel tegen galstenen.
In de NRC van 24 augustus 2018 schetsen de redacteuren van Steenbergen en Hordijk hoe Leadiant eerst alle concurrerende merken opkocht, ze vervolgens van de markt haalde als middel tegen galstenen (omdat er voldoende alternatieve middelen beschikbaar zijn) en ten slotte een aanvraag indiende om CDCA te registreren als effectief middel tegen de stofwisselingsziekte CTX. Bewust beleid om miljoenen aan een medicijn te verdienen.
In het Meerjarenbeleidsplan stelt de IGZ: 'Wij zijn betrokken, leergierige en ambitieuze professionals die inspelen op wat in de samenleving gebeurt.' en: 'Als toezichthouder kan de IGZ vroegtijdig risico’s voor de gezondheidszorg signaleren en agenderen.'1 De wijze waarop de farmaceutische industrie steeds schaamtelozer haar zakken vult over de ruggen van afhankelijke patiënten zou voor de IGZ een maatschappelijke ontwikkeling moeten zijn die een risico voor de gezondheidszorg vormt. En die zij dus zou moeten signaleren en agenderen.
De wijze waarop de farmaceutische industrie steeds schaamtelozer haar zakken vult, zou de IGZ moeten aanmerken als een risico voor de gezondheidszorg
De zorgverzekeraars hopen dat de IGZ en het Amsterdam UMC tot een vergelijk komen, zodat het Amsterdam UMC het medicijn weer kan gaan produceren. Maar de zorgverzekeraars zouden méér kunnen doen. Als Leadiant belanghebbende bij CDCA is omdat zij miljoenen mislopen, zijn de zorgverzekeraars zeker belanghebbenden: zij moeten deze miljoenen betalen. Als de zorgverzekeraars de IGZ verzoeken om de producten van Leadiant en Amsterdam UMC aan een vergelijkend onderzoek te onderwerpen zou de IGZ dat ook moeten inwilligen.
Ik heb het afgelopen jaar regelmatig geschreven dat de nadruk in de zorg te zeer op de kosten ligt. Maar in dit geval zouden de door Leadiant in rekening gebrachte kosten aanleiding moeten zijn tot een breder onderzoek dan alleen het medicijn van Amsterdam UMC.
- 1Meerjarenbeleidsplan IGZ 2016-2019, p. 2 en p. 10