Op 22 november 1966 trok Ivo Samkalden, de eerste – en tevens laatste – minister van Justitie van PvdA-huize ooit, de deur van zijn ministerie achter zich dicht. Dat is al meer dan vijftig jaar geleden en hij zat er ook nog eens maar twee korte periodes, van 1956 tot 1958 en van 1965 tot 1966. In het licht van de huidige opleving van aandacht voor de rechtsstaat geeft dat op z’n minst te denken.

Denk aan de oproep van Herman Tjeenk Willink in ons vorige nummer, over de noodzaak van een visie op wat de overheid vermag of moet. De minister van Justitie is toch als het goed is de hoeder van de rechtsstaat, zoals de minister van Financiën dat van de gezonde begroting is. Natuurlijk doet hij dat samen met andere instellingen zoals het parlement en adviesorganen zoals de Raad van State, maar op Justitie wordt bijvoorbeeld getoetst hoe nieuwe wetgeving zich verhoudt tot de grondwet.

Waarom heeft de PvdA deze positie niet vaker geclaimd? Het geloof in het recht als sturingsinstrument is in onze kringen immers groot. En natuurlijk hebben PvdA-bewindslieden op andere ministeries veel recht tot stand gebracht. Denk aan de tours de force in het arbeidsrecht van de vele ministers van Sociale Zaken, de wetten over volkshuisvesting en milieu van die respectieve ministeries, waar wel vaak sociaal-democraten zaten. De aandacht voor de instrumentele functie van het recht wordt over het algemeen goed benut. Als sociaal-democraten zitting nemen in een regering gaan vak ministers vaak enthousiast en ambitieus aan de slag met het bouwen van systemen, onder meer door het ontwerpen van wetgeving.

Maar het recht heeft nog een andere belangrijke functie. Het wil ook waarborgen, bijvoorbeeld tegen al te grote overheidsmacht of onverhoedse wijzigingen in het recht, waarop de burgers tijdig moeten kunnen anticiperen. Ook regelt het de verhoudingen tussen de verschillende onderdelen van de overheid en kan het bijvoorbeeld een rol spelen in de verdeling van taken tussen Rijk en gemeenten. Dat soort rechtsstatelijke waarborgen vinden we vooral in de grondwet, en de internationale verdragen en wetsvoorstellen worden op het ministerie van Justitie tegen die meetlat gelegd. Die grondwet bevat niet alleen de klassieke grondrechten als het verbod op discriminatie, vrijheid van vereniging, meningsuiting en dergelijke. Hij bevat ook de sociale grondrechten die de overheid oproepen zorg te dragen voor goede werkgelegenheid, wonen, onderwijs en toegang tot het recht.

Denken vanuit de grondwet begint altijd met de burger en kijkt dan pas naar het systeem. Eerst garanderen dat schuldsanering toegankelijk is en dan pas de deurwaarder inschakelen. Dat wil niet zeggen dat de waarborgvisie en een instrumentele visie op het recht tegengesteld zijn. Integendeel, ze zijn complementair. En dus moeten ook sociaaldemocraten aan beide functies op een evenwichtige manier aandacht schenken.

Misschien in de volgende regering toch maar eens het ministerie van Justitie claimen!

Auteur(s)

Dossiers

Voor een thematisch overzicht van al onze artikelen en publicaties, zie onze dossiers

Steun de Wiardi Beckman Stichting

Veel van onze onderzoeksprojecten en publieke bijeenkomsten zijn mogelijk gemaakt door giften van donateurs. Ook S&D zouden wij niet kunnen maken zonder donaties.