Lobbyisten van de olie- en gasindustrie hebben in Brussel veel te lang onder de radar kunnen opereren. Mohammed Chahim reageert op het artikel van Colin Roche met een pleidooi voor veel meer transparantie.
Door: Mohammed Chahim
Lid van het Europees Parlement voor de PvdA
De grote olie- en gasbedrijven zijn zich al tientallen jaren bewust van de schadelijke milieueffecten van fossiele brandstoffen. Vanwege hun winstgedreven houding hebben zij dit niet met het grote publiek gedeeld. Dit was namelijk niet in het belang van hun bedrijf of hun aandeelhouders. Het is dus duidelijk dat we deze bedrijven niet kunnen vertrouwen om zelf beslissingen te nemen die in overeenstemming zijn met het algemeen belang van onze samenleving en onze planeet. Integendeel, zoals Alexandria Ocasio-Cortez al suggereerde: de fossiele brandstofindustrie gaf miljoenen uit om de realiteit van de opwarming van de aarde te ontkennen en te vervormen.
De aanwezigheid van de grote olie- en gasbedrijven is ook merkbaar in het Europees Parlement. Of het nu via hun lobbyisten is die vergaderingen met leden proberen op te zetten, of de enorme hoeveelheid advertenties in de politieke tijdschriften: de grote olie- en gaslobby is goed vertegenwoordigd.
Als we de doelstellingen van het Akkoord van Parijs willen bereiken, kunnen we de fossiele brandstofindustrie niet laten bepalen welke maatregelen we moeten nemen. Voor de toekomst van onze planeet moeten we de opwarming van de aarde en de schadelijke gevolgen ervan bestrijden. Natuurlijk moeten we niet alleen de fossiele brandstofindustrie de schuld geven. Ze zijn afhankelijk van beïnvloedbare personen die namens hen invloed uitoefenen op de wetgevingsprocedures. Sommigen van deze personen geloven misschien zelfs dat ze het juiste doen, terwijl anderen onze planeet willens en wetens verwoesten, samen met de fossiele brandstofindustrie.
We moeten daarom proberen de gevoeligheid van de leden van het Europees Parlement voor de grote olie- en gaslobbyisten te verminderen. Een manier om dit te doen is door hun verantwoordelijkheid zichtbaar te maken. We moeten bijvoorbeeld aan het kiesdistrict van een lid kunnen laten zien of, en hoe vaak, ze ontmoetingen hebben met grote olie- en gasbedrijven en vervolgens volgen of ze hun (stem)gedrag hebben aangepast ten gunste van deze bedrijven. Om dit te doen, moeten we de transparantie vergroten over precies welke leden met welke lobbyisten ontmoeten en waar deze bijeenkomsten over gaan.
Als Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten in het Europees Parlement verwelkomden wij daarom de aanpassing in de gedragscode dit jaar: rapporteurs, schaduwrapporteurs en commissievoorzitters zijn vanaf nu verplicht hun vergaderingen met lobbyisten te registreren. Een andere welkome aanvulling zou zijn om een gemeenschappelijk verplicht transparantieregister in te stellen, niet alleen voor het Europees Parlement, maar ook voor de Raad en de Commissie.
Als we doorgaan met het vergroten van de transparantie met betrekking tot het lobbyen, kunnen we individuele leden beter verantwoordelijk houden voor het samenwerken met lobbyisten. Ik hoop dat zo de individuele leden van het Europees Parlement die door de lobbyisten zijn beïnvloed, daarop ook aangesproken zullen worden. Iemand die de taak heeft om te handelen in het belang van onze Europese burgers en onze planeet, kunnen we niet toestaan alleen het belang van de grote olie- en gasbedrijven te verdedigen. Als dit gebeurt, moeten we hen daarop kunnen en willen aanspreken.