De verkiezingen voor de Provinciale Staten wekken regelmatig mijn ergernis op. Niet de verkiezingen als zodanig, maar de manier waarop deze gebruikt worden in een in een strategisch ‘spel’. Op de eerste plaats zijn deze verkiezingen bedoeld om via de Provinciale Staten provinciaal beleid te ontwikkelen en vorm te geven. Maar daarnaast kiezen de leden van Provinciale Staten ook de Eerste Kamer. En dat laatste dreigt soms de overhand te krijgen.
Onmiddellijk na de verkiezingen voor de Provinciale Staten gaan de rekenmeesters van verschillende politieke partijen aan de slag. De coalitiepartijen zoeken uit hoe zij het kabinet in de senaat van een zo comfortabel mogelijke positie kunnen verzekeren. Bijvoorbeeld door met eigen stemmen een restzetel voor een coalitiegenoot te realiseren. Of, als dat niet lukt, door het vormen van een treintje. Een lid of leden van partij A stemmen op iemand van partij B, die vervolgens op partij C stemt. Enzovoorts. Alleen de SP doet niet mee aan deze carrousel.
Dat is niet alleen kiezersbedrog (als ik bewust op een bepaalde partij stem verwacht ik dat mijn stem daar ook heen gaat), maar het legt ook de bijl aan de wortel van ons staatsbestel. Want de Eerste Kamer is helemaal niet bedoeld om het een kabinet of de Tweede Kamer gemakkelijk te maken. Integendeel. De senaat is een waakhond die het land moet behoeden voor uitglijders van de Tweede Kamer. Dat gebeurt gelukkig niet heel vaak, maar het is een geruststellende gedachte dat er een noodrem is.
Om die noodremfunctie te bewaken is het van belang dat de senaat haar eigenstandige rol zonder last of ruggespraak van Tweede Kamer of kabinet kan vervullen. De huidige bemoeienis van de toppen van politieke partijen met de uit te brengen stem van Provinciale Statenleden staat daar haaks op. Die bemoeienis wordt mogelijk gemaakt door de indirecte verkiezing van de Eerste Kamer.
De onafhankelijkheid van de Eerste Kamer zou versterkt worden als de senaat rechtstreeks verkozen zou worden. En ik zie eigenlijk het bezwaar tegen rechtstreekse verkiezingen niet. De senaat zou dan qua samenstelling te veel op de Tweede Kamer gaan lijken? Op het moment dat, zoals nu gebeurt, de partijpolitieke toppen proberen de samenstelling van de senaat te regisseren snijdt dat argument geen hout meer, lijkt me.
Een tweede voordeel van rechtstreekse verkiezingen is dat de opkomst vermoedelijk hoger zal zijn dan bij die voor de provinciale staten, waarvan de leden nu de Eerste Kamer kiezen. De Provinciale Statenverkiezingen kennen een relatief lage opkomst. En ten slotte is er een laatste voordeel. De Provinciale Statenverkiezingen gaan weer over waar ze over zouden moeten gaan: provinciaal beleid en bestuur. Het is denkbaar dat het beleid dat de kiezer wenselijk acht in de provincie en de toetsende rol van de Eerste Kamer niet door dezelfde politieke partij worden verwoord. Kortom, hoog tijd voor rechtstreekse verkiezingen.