Een van de opmerkelijkste onderdelen van het regeerakkoord van het nieuwe kabinet is de aandacht voor de Bes-eilanden: ‘Voor de inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba heeft Nederland een bijzondere verantwoordelijkheid. Op de eilanden ligt de prioriteit bij het verbeteren van de infrastructuur en het terugdringen van armoede. Het kabinet is bereid extra te investeren in de eilanden onder de voorwaarde dat goed bestuur en financiële verantwoording op een afdoende niveau is geborgd.’
Deze expliciete aandacht is een verademing; baanbrekend is de erkenning dat er armoede bestaat op de Bes. Het leeuwendeel van de armoede zit bij AOV-ers (de Nederlandse AOW-ers) en alleenstaande moeders met kinderen. De hoogte van de AOV is namelijk lager dan in Nederland. Op Bonaire, waar de meeste inwoners van de Bes leven, bedraagt de AOV $ 590, omgerekend € 507. Ter vergelijking: in Nederland bedraagt de AOW (voor iemand met een partner die ook AOW-gerechtigd is) € 757,80, exclusief € 50,18 vakantiegeld per maand. De verschillen bij de kinderbijslag zijn nog schrijnender. Ouders van een kind op Bonaire ontvangen € 34,40 per kind per maand, dat is € 103 per kwartaal. In Nederland lopen de bedragen op van € 200,59 (t/m 5 jaar), via € 243,57 (t / m 11 jaar) naar € 286,55 (t / m 17 jaar). Als je het gemiddelde van deze bedragen neemt kom je op € 243,57 per kwartaal, een schril contrast met de € 103 op Bonaire.
Het verschil wordt niet gerechtvaardigd door lagere kosten voor levensonderhoud. De woonlasten op Bonaire zijn hoog en de prijzen voor levensmiddelen liggen op, en vaak zelfs boven, Nederlands niveau. (Deels doordat alles moet worden ingevoerd via Curaçao en Nederland een importheffing hanteert!) Het gevolg is dat een aanzienlijk deel van de bevolking onder de armoedegrens leeft. Het Nibud berekende in 2014 dat een alleenstaande moeder met twee kinderen een minimuminkomen van omgerekend € 1951 nodig zou hebben om rond te komen. In 2017 bedroeg het minimumloon plus kinderbijslag € 1045.
Tot nu toe pleitten de bestuurders van de eilanden tevergeefs voor een ‘binnen Nederland aanvaardbaar niveau van voorzieningen’, zoals bij de nieuwe staatkundige structuur op 10 oktober 2010 was toegezegd. Verhoging van de AOV is door staatssecretaris Klijnsma afgewezen omdat de AOV gekoppeld is aan het minimumloon. En een hoger minimumloon zou de economische ontwikkeling van de eilanden schaden. Maar Artikel 1, lid 2 van het Statuut stelt dat op de Bes afwijkende regelgeving mogelijk is. Je zou dus bij Algemene Maatregel van Rijksbestuur (AMvRB) kunnen regelen dat de AOV op de Bes niet gekoppeld is aan het minimumloon. Verhoging van de kinderbijslag vereist zelfs geen AMvRB. Het gaat vooral om politieke wil. De kinderbijslag voor de gehele Bes – circa 5000 kinderen – kost … € 2 miljoen. Voor de AOV gaat het – als we ons beperken tot de groep 65 en ouder op Bonaire om … 2298 personen. Het optrekken van de AOV naar Nederlands niveau zou leiden tot een kostenstijging met 33% en uitkomen op een kleine € 1,5 miljoen. Met Saba en Sint Eustatius erbij kom je voor een fatsoenlijke AOV en kinderbijslag op een extra uitgave van een slordige € 3,5 miljoen. Een bedrag dat je op de begroting nauwelijks terugvindt, maar op de eilanden een wereld van verschil maakt.