Dat het eerste concrete voorbeeld van een nieuwe en betere politieke cultuur in Den Haag moest komen van vertrekkend partijleider Lilianne Ploumen is natuurlijk cynisch. De bewonderenswaardig open verklaring waarin Ploumen haar vertrek aankondigde, stemde deemoedig.
De gemeenteraadsverkiezingen van een maand eerder hadden weinig nieuws gebracht. De lokale partijen werden weer iets groter. De versplintering onder links-progressieve partijen zette weer wat verder door, vooral in de steden. Dat laatste is goed te zien in de analyse van de verkiezingsuitslag die Simon Otjes in deze editie van S&D geeft. Jantine Kriens geeft dit nummer vijf adviezen voor nieuwe raadsleden en vindt dat landelijke partijen de groei van de lokale partijen niet als bedreiging maar juist als kans moeten zien.
Drie essays in dit nummer van S&D geven – voor degenen die daar behoefte aan hebben - kans even afstand te nemen van de dagelijkse politieke vraagstukken. Onno Brinkman en Gijsbert Vonk pleiten voor meer aandacht van de overheid voor de burger en voor maatwerk als correctie op een steeds repressiever geworden beleid. Ze richten hun hoop daarbij op een herwaardering van de sociale grondrechten. Hans Blokland beschrijft hoe democratieën wereldwijd onder druk staan en pleit ervoor in onze samenlevingen veel meer gesprekken te organiseren over de waarden die we belangrijk vinden. Christie Miedema beschouwt de Duitse investeringen in defensie door de bril van de Ostpolitik van de jaren tachtig, en laat zo zien waarom dit een historische ommezwaai is te noemen.
Verder dit nummer: Klara Boonstra schrijft over de ongelijke zeggenschap die werkenden hebben over hun werkplek en hoe die ongelijkheid in corona-tijd verder is gegroeid. Ze concludeert dat het nodig is de gelijke behandeling van thuis- en locatiewerkers bij wet te verplichten. Lodewijk de Waal reflecteert op de mogelijke terugkeer van de automatische prijscompensatie in cao’s, nu de inflatie zo sterk blijft stijgen. David Bakker legt uit dat het Pensioenakkoord dat binnenkort behandeld wordt in de Tweede Kamer een slecht idee is omdat het leidt tot een onzeker pensioen. Hij vindt dat we de alternatieven nog eens serieus moeten overwegen. En Agnes Jongerius vraagt zich vertwijfeld af of al haar vakbondswerk en politieke inspanningen nu echt veel hebben opgeleverd. Om vervolgens hartstochtelijk te pleiten voor verdediging van onze welvaartsstaat.
Annemarieke Nierop, hoofdredacteur